4.3 Hoe duurzaam wil ik leven?

4.3 Hoe duurzaam wil ik leven?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.3 Hoe duurzaam wil ik leven?

Slide 1 - Tekstslide

Lesagenda
  • Lesdoelen
  • Uitleg
  • Opdrachten 1 t/m 4
  • Kritisch denken + opdrachten 5 + 6
  • Nabespreking

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Je kunt verschillende manieren noemen om als consument duurzaam te zijn
  2. Je kunt de 3P's van duurzaam ondernemen met voorbeelden uitleggen
  3. Je hebt inzicht in de rol die duurzaamheid speelt in de politiek, economie en samenleving 

Slide 3 - Tekstslide

Duurzaamheid

Slide 4 - Woordweb

Duurzaamheid
  • Duurzaam = Dat iets langer meegaat
  • Duurzaamheid = beseffen dat energiebronnen, voedsel en grondstoffen niet eindeloos beschikbaar zijn

  • Voorbeelden verduurzaming zijn bijvoorbeeld:
    Verbieden verkoop plastic tasjes, Producten van wegwerpplastic verbieden, afvalscheiding en recycling.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

drie P's
  1. People -->  Sociaal verantwoord werken
  2. Profit --> Economisch verantwoord werken
  3. Planet -->Milieu verantwoord werken

  • Kort gezegd: Handel altijd met respect voor mens, dier en milieu. Jouw succes moet niet ten kosten van anderen komen.

Slide 8 - Tekstslide

Opdrachten
Maak opdracht 1 tot en met 4
Bladzijde 128 tot en met 132
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Hoe weet je of een bron (nieuws, video, tekst) betrouwbaar is?

Slide 10 - Open vraag

Factchecking
  • Vrijheid van meningsuiting
  • Mening altijd onderbouwen met feiten
  • Maar welke feiten zijn waar? ken je het hele verhaal wel?

  • Factchecking: De echte feiten achterhalen. Zoeken naar cijfers en bewijzen. Objectieve verhalen.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 5 op bladzijde 132 van het boek.

Deze opdracht bespreken we klassikaal
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Wat vond je van deze les? Wat ging er goed/ wat kon er beter?

Slide 13 - Open vraag