Past simple 2mkc

Past Simple
Je hebt nodig:
- ipad
- schrift en pen

Aan het einde van de les kun je:
  • de Past Simple herkennen
  • de Past Simple gebruiken
  • de Past Simple toepassen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1-4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Past Simple
Je hebt nodig:
- ipad
- schrift en pen

Aan het einde van de les kun je:
  • de Past Simple herkennen
  • de Past Simple gebruiken
  • de Past Simple toepassen

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al over de Past Simple?
Ik weet alles al
Ik weet er een beetje van af
Het komt me wel bekend voor...
Ik weet hier nog niets over

Slide 2 - Poll

Past Simple
Gebruik je: als iets in het verleden is gebeurd en is afgelopen / als iets op een specifiek moment in het verleden was

Herkenningswoorden: 
vaak een duidelijke moment in het verleden
yesterday, ...ago, last ..., in ..., 

Slide 3 - Tekstslide

Past Simple: regelmatig
I / you / he / she/ it / we / they
+
ww + ed
+
ww eindigend op -e + d

vb: 
I walked, he played, they used, we smiled

Bevestigend

Slide 4 - Tekstslide

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
She was living in the city.
B
She lived in the city.
C
She has lived in the city.
D
She has been living in the city.

Slide 5 - Quizvraag

My dad ... (to cook) yesterday.

Slide 6 - Open vraag

Past Simple:

Wat geef je aan met de past simple?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Iets dat NU aan de gang is.
C
Iets dat is gebeurd in het verleden.
D
Iets dat begon in het verleden en nu nog steeds bezig is.

Slide 7 - Quizvraag

Past Simple:

Wat is de regel van de Past Simple?
A
hele ww+ - ed
B
hele ww+-s
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 8 - Quizvraag

De Past Simple gebruik je...
A
bij iets in de toekomst
B
bij iets in het heden
C
bij iets uit het verleden
D
bij iets in het verleden en heden

Slide 9 - Quizvraag

Past Simple:
Wat zijn de signaalwoorden van de Past Simple?
A
Tomorrow, next week, in 2025,
B
Last month, yesterday, a month ago, in 2012
C
Today, now,
D
again, always, constantly

Slide 10 - Quizvraag

Past Simple: ontkennend
Ontkennend (-) dan staat er een not in de zin
We voegen didn't toe aan de zin, de rest zetten we erachter



vb: I __________ (not/ go out) this weekend. 
I / you / he / she/ it / we / they
-
ond + did not / didn't + ww

Slide 11 - Tekstslide

I ... (like / not) chocolate when I was young.

Slide 12 - Open vraag

Zoë ... (take / not) the bus to school today.

Slide 13 - Open vraag

Past Simple: vragend maken
Zie je een vraagteken?
Zet Did vooraan in de zin, vul de rest gewoon in.



vb: ___ Margo _________ (take her) medicine yesterday?

I / you / he / she/ it / we / they
?
Did + ond + ww

Slide 14 - Tekstslide

... (he - eat) pizza every day last month?

Slide 15 - Open vraag

...... you ...... (read) the newspaper this morning?

Slide 16 - Open vraag

.... they ..... (bike) to school this week?

Slide 17 - Open vraag

Past Simple: To Be
+
I was
You were
He was
-
I was not
We were not
She was not
?
Was I
Were they
Was it?

Slide 18 - Tekstslide

My sisters ... (to be) really annoying at a young age.

Slide 19 - Open vraag

They ..... (to be / not) at school yesterday.

Slide 20 - Open vraag

Past Simple: ONregelmatig
Hebben geen regels, maar zijn altijd hetzelfde!
Blz 81 in het boek, uit je hoofd leren
Present simple met onregelmatige ww
Past simple 
Nederlands
I make
I made
Maken
They tell
They told
Vertellen
She sees (shit regel)
She saw
Zien
We say
We said
Zeggen
He has (have, shit regel)
He had
Hebben

Slide 21 - Tekstslide

Onregelmatige WW

Slide 22 - Woordweb

Maak een bevestigende zin waarin je de Past Simple gebruikt

Slide 23 - Open vraag

Maak een ontkennende zin waarin je de Past Simple gebruikt

Slide 24 - Open vraag

Maak een vragende zin waarin je de Past Simple gebruikt

Slide 25 - Open vraag

Voor mij is de Past Simple nu...
Helemaal duidelijk!
Nog niet helemaal duidelijk.
Helemaal niet duidelijk.

Slide 26 - Poll