3.2 Voedselproductie

3.2 Voedselproductie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.2 Voedselproductie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen:
  • Je kunt manieren noemen waarop een optimale productie van voedsel kan worden verkregen.
  • Je kunt de kenmerken van bestrijdingsmiddelen en biologische bestrijding noemen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselproductie
Drie vormen van landbouw:
  1. Akkerbouw
  2. Veeteelt
  3. Tuinbouw

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bemesting
  • Toevoeging van mineralen aan de bodem
  • Kunstmest (nitraat en fosfaat).
  • Stalmest: uitwerpselen en urine van landbouwhuisdieren
Drijfmest: vloeibaar-injectie
Vaste stalmest vermengd met stro (maakt bodem luchtiger)

Bodembewerking
  • Ploegen en eggen
  • Bodem wordt luchtiger, meer zuurstof in de bodem.
  • Reducenten (die stalmest afbreken) hebben zuurstof nodig.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselproductie
Manieren om veel voedsel te maken
1. Veel van hetzelfde bij elkaar: Monocultuur of bio-industrie
2.Opbrengst verhogen: Dierlijke mest en kunstmest gebruiken 
3. Schade voorkomen: Gewasbeschermingsmiddelen en antibiotica gebruiken.
4. Supergewassen en supervee:
veredelen en genetisch modificeren.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door ziekten en plagen wordt de opbrengst van voedingsgewassen lager. In de landbouw worden ziekten en plagen bestreden met bestrijdingsmiddelen of op een biologische manier.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chemische bestrijdingsmiddelen

Voordelen:
  • effectief - snelle bestrijding

Nadelen:
  • niet-selectief: alles gaat dood, ook onschadelijke en nuttige   soorten.
  • persistent: wordt niet in de cellen afgebroken. Gevolg:   accumulatie (ophoping)
  • de soort die wordt bestreden kan resistent worden

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ontstaan van resistentie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Accumulatie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biologische bestrijding
Gewassen worden op een natuurlijke manier beschermd
  • Natuurlijke vijanden; deze kunnen de schadelijke dieren doden
  • Schadelijke dieren lokken of onvruchtbaar maken
  • Vruchtwisseling; door elk jaar een ander gewas te verbouwen voorkom je een plaag op een stuk land

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Biologische bestrijdingsmiddelen

Voordelen:
  • soort-specifiek
  • geen accumulatie
  • geen resistentie

Nadelen:
  • de natuurlijke vijand is moeilijk plaatsgebonden (kan wegvliegen). Daarom vaak alleen in kassen toegepast.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Biologische landbouw
  1. Dierenmest of compost, geen kunstmest
  2. Geen chemische plaagbestrijdingsmiddelen
  3. Dieren natuurlijk gedrag laten vertonen, welzijn

Slide 14 - Tekstslide

onkruid met de hand weghalen
natuurlijke vijand van plaagdier: biologisch bestrijdingsmiddel

Methoden voor verbetering van organismen
  • veredelen of fokken:
    nakomelingen met de meest gunstige eigenschappen kruisen

  • genetische modificatie: eigenschappen veranderen door inbrengen van DNA uit andere organismen -> bijv resistentie bij planten.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veredelen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plantenveredeling

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genetische modificatie
Een organisme genetisch (kwa DNA) veranderen.
Organisme met veranderde genen heten
gm-organismen of transgeen organismen.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fokken

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je bedenkt drie manieren waarop de mens afhankelijk is van het milieu.
1 Het milieu levert voedsel.
2 Het milieu levert water.
3 Het milieu levert zuurstof.
Bij welke van deze manieren speelt fotosynthese een directe rol?
A
alleen bij 1 en 2
B
alleen bij 1 en 3
C
alleen bij 2 en 3
D
bij 1,2 en 3

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bepaalde vlinders worden bestreden door middel van het inzetten van sluipwespen. Hoe noem je deze vorm van bestrijding.
A
chemische bestrijding
B
resistente bestrijding
C
biologische bestrijding
D
inzetten van een plaag

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kenmerk hoort NIET bij biologische landbouw?
A
Het milieu wordt zoveel mogelijk ontzien.
B
Er worden geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt.
C
Er wordt alleen stalmest gebruikt.
D
Er zijn alleen maar mono-culturen.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

HUISWERK
Bestudeer 3.2 en maak
opdrachten 7, 8, 10, 12, 14, 15 en 17

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies