2B paragraaf 4 hoofdstuk 3

Programma
herhaling 3.3
uitleg  3.4
huiswerk nakijken 3.4 en rekentrainer 3.3 en 3.4
maken huiswerk 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programma
herhaling 3.3
uitleg  3.4
huiswerk nakijken 3.4 en rekentrainer 3.3 en 3.4
maken huiswerk 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een bedrijfskolom?
De bedrijfskolom bestaat uit alle 
bedrijven die na elkaar meewerken 
aan een product.

Hiernaast zie je de bedrijfskolom van 
een brood.

Slide 2 - Tekstslide

Zet in de juiste volgorde;
kledingzaak, katoenplantages, jeansfabriek, groothandel, katoenverwerkingsbedrijf

Slide 3 - Open vraag

Antwoord
katoenplantage
katoenverwerkingsbedrijf
jeansfabriek
groothandel
kledingzaak

Slide 4 - Tekstslide

Paragraaf 3.4 tel uit je winst

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
- hoe bereken je winst
- wat doe je met de winst

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Hoe bereken je dit..
Hoe bereken ik het nettoresultaat?
  • Omzet 
  • Inkoopwaarde  -
    _________________
  • Brutoresultaat
  • Bedrijfskosten -
    _________________
  • Nettoresultaat

Slide 8 - Tekstslide

Winst
lHoe maak je winst?

Stel:
Je verkoopt 4 smartphones voor € 150 pst.
De inkoop van de 4 smartphones was € 200
Wat is de winst?

  • Opbrengsten
  • Kosten
  • Winst = Opbrengsten - Kosten

Slide 9 - Tekstslide

Doel nettowinst
- loon van de ondernemer
- opvangen van verliezen

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
3.4 en rekentrainer 3.3 en 3.4

Slide 11 - Tekstslide

De omzet van de kledingwinkel van Tevin is
€ 35.000, de inkoopwaarde is € 15.000 en de kosten zijn € 7.500. De brutowinst is:
A
€ 20.000
B
€ 12.500
C
€ 2.500
D
€ 75.000

Slide 12 - Quizvraag

Leerdoelen
- hoe bereken je winst
- wat doe je met de winst

Slide 13 - Tekstslide

Nettoresultaat
De brutowinst min de bedrijfskosten. Let op: dit kan nettowinst of nettoverlies zijn.
Brutowinst - bedrijfskosten
  • Omzet
  • Inkoopwaarde -
  • Brutowinst
  • Bedrijfskosten -
  • Nettoresultaat

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video