Blokuur 01 - Introductie creatief schrijven

Talentles creatief schrijven
Een introductie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Talentles creatief schrijven
Een introductie

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, heb je aan het eind van deze lessen: 
- nagedacht over de overeenkomsten tussen lezen en schrijven; 
 - inzicht in wat er komt kijken bij het schrijven van een verhaal; 
- een brief aan jezelf geschreven. 

Slide 2 - Tekstslide

Entreeticket
Schrijf op het entreeticket waarom je je voor deze serie talentlessen hebt ingeschreven en wat je eruit verwacht te halen. 

Slide 3 - Tekstslide

Schrijven
Op een dag wordt er heel veel geschreven. In de krant kun je veel actuele artikelen vinden; onderzoekers schrijven rapporten en in het zakelijk verkeer gaan er veel brieven over en weer. 

Een andere manier van schrijven is het creatief schrijven. Hierbij is het voornaamste doel van de schrijver om de lezer te amuseren.

Slide 4 - Tekstslide

Wat maakt een verhaal goed?
Op de basisschool, maar ook de afgelopen weken, heb je waarschijnlijk verschillende boeken gelezen. In elk boek kun je je verdiepen in een verhaal. Het ene verhaal is leuker dan het andere. 

Wat maakt voor jou een verhaal goed?

Denk hier vijf minuten over na en schrijf het op een blaadje. 
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Belangrijkste elementen in een verhaal
Om een goed verhaal te schrijven, moet een schrijver veel keuzes maken. Een aantal dingen waar die keuzes over moeten worden gemaakt, zijn: 
- personages; 
- gebeurtenissen;
- tijd; 
- ruimte; 

Slide 6 - Tekstslide

Personages
Personages zijn de figuren die in jouw verhaal een rol spelen. We onderscheiden twee soorten personages: 
- Hoofdpersonen: zij spelen de belangrijkste rol in het verhaal en de lezer leert ze tijdens het lezen van het boek ook 'kennen'. Als je het personage goed neerzet, gaat de lezer met hem/haar meeleven. 
- Bijfiguren: zij zijn er om de hoofdpersoon gebeurtenissen te laten meemaken. Vaak hebben ze maar één of enkele eigenschappen. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Personages uitwerken
Zoals je hebt gezien, is het  belangrijk om van tevoren goed na te denken over je personages. Zij vormen namelijk de basis van je verhaal. 

Bij het uitwerken van een personage verzamel je voor jezelf alvast zoveel mogelijk informatie: uiterlijk, kleding, karaktereigenschappen, gedachten, herinneringen, trauma’s, flashbacks… 

Slide 9 - Tekstslide

Ontwerp je eigen personage
Jullie gaan nu een eigen personage uitwerken. Dit doe je door op de volgende sheet uit elke kolom één rij te selecteren. Aan de hand hiervan geef je aan hoe je personage eruit ziet (denk aan kleding, lichaamsbouw, kleur haar en huid) en eigenschappen (wat is het voor persoon?). 
En niet te vergeten: hoe heet hij/zij?

Heb je tijd over? Begin dan gewoon aan een volgend personage. 

Slide 10 - Tekstslide

Ontwerp je eigen personage 
Kies uit elke kolom en woord en maak aan de hand hiervan een personage:
Enthousiaste
Agressieve
Prinses
Chagrijnige
Onsportieve
Wielrenner
Serieuze
Dromerige
Kapster
Verwarde
Blinde
Loodgieter
Lieve
Oververmoeide
Programmeur
Verlegen
Irritante
Begrafenisondernemer

Slide 11 - Tekstslide

Personages in een verhaal
Als je een verhaal aan het schrijven bent, geef je niet meteen alle eigenschappen van je personages prijs. Dit doe je stapje voor stapje, zodat de lezer je personage gedurende het verhaal steeds een beetje beter leert kennen. 

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht
Jullie gaan nu een brief naar je toekomstige zelf schrijven. Op de volgende sheets wordt de opdracht uitgelegd en vind je een aantal tips. 

Slide 13 - Tekstslide

Brief aan je toekomstige zelf 
- Bedenk hoe oud je bent als je de brief mag lezen;
- Hou het informeel; noem jezelf 'ik' en noem je toekomstige zelf 'jij';
- Vertel over wie je nu bent, wat je interesses zijn, waar je goed in bent, waar je minder goed in bent en wat jij belangrijk vindt;
- Vertel wat je nu van de toekomst verwacht: wat wil je op dit moment in het leven bereiken;

Slide 14 - Tekstslide

Brief aan je toekomstige zelf
- Vertel waar je mee verder wilt gaan, waar je mee wilt stoppen en waar je in de toekomst graag mee wilt beginnen;
- Geef jezelf een advies (dit kan overal zijn) 
- Stel jezelf vragen; vooral over hoe je toekomstige ik zijn leven op dat moment ervaart. Heeft hij de juiste opleiding gekozen? Beleeft hij plezier aan zijn werk? Wie zijn de belangrijkste mensen in zijn leven? Hoe is de band met zijn ouders? Stem de vragen af op zijn leeftijd. 

Slide 15 - Tekstslide

Brief aan je toekomstige zelf
- Doe de brief in een envelop en schrijf hier de datum op waarop je hem mag openen; 
 - Probeer zo aantrekkelijk mogelijk te schrijven. Misschien kun  je bij jezelf of je toekomstige zelf rekening houden met wat we over personages hebben geleerd. 

Slide 16 - Tekstslide