P3Les24 09-03 Resumen Unidad 6

BIENVENIDOS
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

BIENVENIDOS

Slide 1 - Tekstslide

La planificación de esta semana
El martes: repetir unidad 5

El jueves: repetir unidad 6

El lunes: repetir unidad 7

Slide 2 - Tekstslide

La planificación de hoy
Repetir la gramática de unidad 6

Hacer los ejercicios

Slide 3 - Tekstslide

Los días de la semana
el lunes
el martes
el miércoles
el jueves
el viernes
el sábado
el domingo

Slide 4 - Tekstslide

Las partes del día
por la mañana    's ochtends
por la tarde          's middags
por la noche        's avonds

Slide 5 - Tekstslide

Las partes del día
la mañana     opstaan - 14.00
la tarde           14.00 - 21.00
la noche         21.00 - naar bed

Slide 6 - Tekstslide

Todas las horas son femeninas
es la una
het is één uur

son las dos
het is twee uur

son las tres                                        
het is drie uur
Bij het benoemen van de tijd gebruiken we het werkwoord ser. es/son
Alleen één uur is dus enkelvoud en de rest is meervoud

Slide 7 - Tekstslide








Kijk goed naar dit plaatje. Als de grote wijzer tussen de 12 en de 6 staat gebruiken ze het uur dat is geweest + het aantal minuten afgerond op een vijftal. Staat de grote wijzer tussen de 6 en de 12 gebruiken ze het uur dat gaat komen min het aantal minuten afgerond op een vijftal. 

Slide 8 - Tekstslide

Mira los ejemplos

Slide 9 - Tekstslide

¿Qué hora es?
Schrijf nu onderstaande tijden op in je schrift en controleer op de volgende pagina of je het goed hebt gedaan. 

Slide 10 - Tekstslide

¿Qié hora es?
1. son las tres
2. es la una
3. son las seis y veinticinco
4. son las diez y cinco
5. es la una y media
6. son las dos y cuarto
7. son las ocho menos cuarto
8. son las cuatro y media

Slide 11 - Tekstslide

cuatro y cuarto 
Let op 

cuatro = vier
cuarto = kwart

Slide 12 - Tekstslide

Las partes del día

06.00 – 12.00 mañana
12.00 – 15.00 mediodía
15.00 – 21.00 tarde
21.00 – naar bed

Ejemplos

09.00 = las nueve de la mañana
13.00 = la una del mediodía
19.00 = las siete de la tarde
22.00 = las diez de la noche


Slide 13 - Tekstslide

schrijf de tijd en het dagdeel op in het Spaans
13.50
10.45
07.15
17.00
21.30
23.35

Slide 14 - Tekstslide

schrijf de tijd en het dagdeel op in het Spaans
13.50  son las dos menos diez de la mañana
10.45  son las once menos cuarto de la mañana
07.15   son las siete y cuarto de la mañana
17.00   son las cinco de la tarde
21.30   son las nueve y media de la noche
23.35  son las doce menos veinticinco de la noche

Slide 15 - Tekstslide

Wederkerende werkwoorden
Wat zijn wederkerende werkwoorden?

En welke hebben we al geleerd?

Slide 16 - Tekstslide

Wederkerende werkwoorden
Llamarse (heten/zich noemen)

me llamo
te llamas
se llama
nos llamamos
os llamáis
se llaman

Slide 17 - Tekstslide

Llamarse (heten/zich noemen)


me llamo
te llamas
se llama
nos llamamos
os llamáis
se llaman
Levantarse (opstaan)


Slide 18 - Tekstslide

Llamarse (heten/zich noemen)


me llamo
te llamas
se llama
nos llamamos
os llamáis
se llaman
Levantarse (opstaan)

me levanto
te lavantas
se levanta
nos levantamos
os levantáis
se levantan

Slide 19 - Tekstslide

Despertarse (wakker worden)

me despierto
te despiertas
se despierta
nos despertamos
os despertáis
se despiertan
Acostarse (naar bed gaan)

me acuesto
te acuestas
se acuestan
nos acostamos
os acostáis
se acuestan

Slide 20 - Tekstslide

Vestirse (aankleden)

me visto
te vistes
se viste
nos vestimos
os vestís
se visten

Slide 21 - Tekstslide

Volgorde aangeven
primero, después, luego
eerst, daarna, vervolgens

primero desayuno, despues me ducho y luego me visto
Eerst ontbijt ik, daarna douche ik mij en vervolgens kleed ik mij aan. 

Slide 22 - Tekstslide

Volgorde aangeven
Después de + infinitivo = na het .....
Después de comer voy a correr
Na het eten ga ik hardlopen

Antes de + infinitivo = voor het ...... 
Antes de desyunar me ducho
voor het ontbijt douche ik mij

Slide 23 - Tekstslide

Zeggen hoe vaak je iets doet
todos los días = elke dag
todas las semanas = elke week

una vez a la semana = één keer per week
dos veces a la semana = twee keer per week


Slide 24 - Tekstslide

Zeggen hoe vaak je iets doet
los viernes = op vrijdagen/vrijdags 
los sábados = op zaterdagen/zaterdags

normalmente = normaal gesproken
a menudo = vaak
a veces = soms
(casi) siempre = (bijna) altijd
(casi) nunca = (bijna) nooit

Slide 25 - Tekstslide

Eten
Ontbijten = desayunar
lunchen = comer
Dineren = cenar

als je het over eten in het algemeen hebt gebruik je comer
Ik houd van eten = me gusta comer

Slide 26 - Tekstslide

a las nueve
om negen uur

son las diez de la mañana
het is tien uur in de morgen
son las nueve
het is negen uur

por la mañana desayuno
's morgens ontbijt ik

Slide 27 - Tekstslide

Salir (uitgaat/vertrekken)


salgo
sales
sale
salimos
salís
salen
Hacer (doen/maken)

hago
haces
hace
hacemos
hacéis
hacen

Slide 28 - Tekstslide

volver (terugkeren/terugkeren)


vuelvo
vuelves
vuelve
volvemos
volvéis
vuelven
empezar (beginnen)

empiezo
empiezas
empieza
empezamos
empezáis
empiezan

Slide 29 - Tekstslide

Schrijf in het Spaans
Ik sta elke dag om acht uur op
Hij doet elke week aan sport
twee keer per week gaat wij om tien uur naar bed



Slide 30 - Tekstslide

Schrijf in het Spaans
Ik sta elke dag om acht uur op
me levanto a las ocho todos los días
Hij doet elke week aan sport
hace deporte todas las semanas
twee keer per week gaan wij om tien uur naar bed
nos acostamos a la diez dos veces a la semana


Slide 31 - Tekstslide

Practicar con las frases
Maak de zinnen die zijn uitgedeeld in de les. Ze staan ook op itslearning. Ook de antwoorden kun je daar vinden. 

Slide 32 - Tekstslide

Ga naar verbuga español

Slide 33 - Tekstslide

Oefen met de volgende ww
Llamarse
levantarse
acostarse
despertarse
vestirse

Slide 34 - Tekstslide

El resto del tiempo
Gebruik de rest van de tijd om je achterstanden bij te werken. 
Doorloop de lessen van lessonUp die gaan over unidad 6 en kijk welke opdrachten je nog niet gemaakt hebt. 

Misschien heb je nog niet alle opdrachten ingeleverd. 

Heb je alles af, begin dan met het leren van de toets .

Slide 35 - Tekstslide

Hasta la próxima vez

Slide 36 - Tekstslide