statie portret fotografie

staatsie  portretfotografie
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

staatsie  portretfotografie

Slide 1 - Tekstslide

Camerastandpunt
Het camerastandpunt is de plaats waar de camera staat én de hoek ervan ten aanzien van het gefotografeerde. 
We onderscheiden de volgende standpunten:

  • Kikkerperspectief, de fotograaf heeft een laag standpunt
  • Vogelvluchtperspectief, de fotograaf heeft een hoog standpunt
  • Ooghoogte, de fotograaf staat op ooghoogte

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht- in 2-tallen: 
- Ensceneer samen een staatsiefoto van jou als portret van een koning
- Kies je camerastandpunt
- Kies een pose: en face, en profiel, 3/4, of?
- Kies het kader: open of gesloten
- Houd rekening met de lichtinval

Slide 3 - Tekstslide

Welk camerastandpunt zien we hier?

Slide 4 - Open vraag

Welk camerastandpunt zien we hier?

Slide 5 - Open vraag

Welk camerastandpunt zien we hier?

Slide 6 - Open vraag

Kader
Foto's zijn begrensd door het kader. De kaderrand snijdt boven, onder, links en rechts een deel weg en benadrukt een fragment. Een kader geeft een foto een bepaald effect. 

  • Long shot: een ruime opname, mensen volledig zichtbaar en beeldvullend
  • Knee shot: een persoon gezien vanaf de knie
  • Medium shot: van het hoofd tot het middel.
  • Medium close-up: van het hoofd tot aan de schouders of de borstkas
  • Close-up: enkel een deel van de persoon is zichtbaar
  • Big close-up: een detail

Slide 7 - Tekstslide

Nu jij!
Maak minimaal twee verschillende staatsie geënsceneerde portretfoto's van een klasgenoot  
  • Kies een mooie plaats/achtergrond om de foto te maken. 
  • Maak beide foto's op dezelfde plaats.
  • Kijk goed naar hoe je het licht gebruikt in je foto.
  • Kies een kader.
  • Kies een standpunt.


Slide 8 - Tekstslide

deel de foto via mail en Padlet Upload daar de geënsceneerde foto en leg uit:
1. welk kader er is gebruikt?
2. welk standpunt er is gebruikt?
3. welk licht?

Slide 9 - Open vraag

Ensceneren 
En in de tweede plaats de geënsceneerde fotografie: de fotograaf legt een beeld vast, dat met zorg is gepland en voorbereid. Aan de hand van technische mogelijkheden beheersen zij het proces maximaal en sluiten ze het toeval zoveel mogelijk uit. Er ontstaat zo een nieuwe werkelijkheid met zorgvuldig gekozen objecten, figuren en achtergronden. De beelden zijn vaak bewerkt met digitale technieken.
Royal Blood, Diana, door Erwin Olaf, 2000

Slide 10 - Tekstslide

Registreren 
In de ontwikkeling van de fototechniek ontstonden twee verschillende stromingen. In de eerste plaats is er de documentaire of reportagefotografie. Hierbij ligt de nadruk op het registreren van de werkelijkheid. Ook journalistieke fotografen registreren. Ze maken portretten terwijl mensen zich niet bewust zijn van het feit dat ze gefotografeerd worden. 
Beethovenstraat, door Ed van der Elsken, Amsterdam 1967

Slide 11 - Tekstslide

Licht: 

Zijlicht

Slide 12 - Tekstslide

Zijlicht: 

Zijlicht schijnt vanaf een van de zijkanten op je onderwerp. De naam zegt het al!  Zijlicht benadrukt  de diepte van het onderwerp. Hierdoor is rond rond en krijgt bijvoorbeeld een boom zijn volume. Het wordt dan ook veel gebruikt in landschaps- en natuurfotografie. 
Zacht zijlicht van schuin bovenaf wordt ook veel gebruikt voor portretfoto’s. Het is flatterend, met voldoende schaduwen om een gezicht niet plat te maken

Slide 13 - Tekstslide

Zijlicht: 

Claire Obscure

Slide 14 - Tekstslide

Poses en kader

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

KADER EN AFSTAND
-close up 
-medium shot
-totaal shot 

Slide 17 - Tekstslide

Kader en afstand

Slide 18 - Tekstslide

Inspiratie
Maak een portret in de stijl van de oude meesters en voeg er een eigentijds (persoonlijk) item aan toe waardoor het portret een link krijgt met het nu

Slide 19 - Tekstslide

Inspiratie

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Poses
Experimenteren met poses:
1) recht van voor
2) en profiel
3) over de schouder kijkend
4) anders....

Experimenteer met kijkrichtingen:
1) in de camera
2) kijk langs de camera
3) vanuit een ooghoek


Slide 23 - Tekstslide

fotograaf: Rineke Dijkstra

Slide 24 - Tekstslide

Rineke Dijkstra; fotografe.

Slide 25 - Tekstslide

Rineke Dijkstra, Kolobrzeg Poland, July 26, 1992
- Speelt met het westerse schoonheidsideaal.
- Gewoon tienermeisje.
- Wereldberoemde foto.


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Kaders
Open // Gesloten Kader

Slide 28 - Tekstslide

Open kader
Als het onderwerp van een foto niet helemaal in beeld is, maar buiten de foto verdergaat, kun je spreken van een open kader.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Gesloten kader
Als het onderwerp van een foto helemaal in beeld is,
kun je spreken van een gesloten kader.

Slide 31 - Tekstslide

Rineke Dijkstra; fotografe.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Nog een paar punten
Past de achtergrond bij het onderwerp?

Is er genoeg licht?

Is de foto volledig scherp?

Heb ik genoeg foto's gemaakt?

Is de gefotografeerde er blij mee?

Slide 34 - Tekstslide

Kies 1 van deze, bestaande, headlines ->

Maak 2 portret foto's.
1 - Open Kader
1 - Gesloten Kader

Je mag pas, met camera, op pad als ik je idee voor de foto heb goedgekeurd

Let goed op de achtergrond & scherpte, 

Je werkt in tweetallen

Tijd: 30 minuten
Headlines:

Supersocialist, filosoof & muziekliefhebber.

Dromen van een eigen radiostation.

Het grafische talent van het jaar.

In de natuur vind ik mijn rust


Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide