In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdstuk 2. Water
Mavo 3 - Kf
Slide 2 - Tekstslide
Programma
- Opdrachten bespreken H2.2
10 min
- Uitleg H2.3
10 min
- Toets bespreken
15 min
- Proef 5 + Proef 6
25 min
Indien klaar: Huiswerktijd
Resterend
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoel H2.3 Verzorging van huid, haar en gebit
Wat behandelen we vandaag?
Je kunt de hoofdbestanddelen noemen van (reinigings)creme, tandpasta en shampoo
Je kunt zes cosmetische middelen noemen
Je kunt de werking en toepassing van drie cosmetische middelen beschrijven
Slide 4 - Tekstslide
Cosmetica
Cosmetische middelen zijn stoffen waarmee jij je lichaam verzorgt.
Slide 5 - Tekstslide
Crème
Verzorging en reiniging van de huid.
Crèmes zijn mengsels van verschillende stoffen, voornamelijk water en olie/vet.
Dit maakt crème een emulsie. Een crème heeft dus een emulgator nodig.
Slide 6 - Tekstslide
Crème
Huidvet = Talglaag
Vette crème is verzorgend, en herstelt de talglaag (huidvet).
Minder vette crème werkt reinigend en verwijdert vet en vuil, droogt de huid minder uit dan zeep.
Slide 7 - Tekstslide
Shampoo
Shampoo is een mengsel. Het bestaat uit zeep, water, keukenzout (NaCl), geurstoffen, kleurstoffen en een conserveringsmiddel.
Bij het wassen van je haren verwijder je niet alleen vuil, maar ook het vet (talg) dat door je huid wordt gemaakt.
Slide 8 - Tekstslide
Tandpasta
Tandpasta bevat altijd schuurmiddel en zeep.
Bacteriën in je mond zetten suikers om in zuren, deze zuren tasten het tandglazuur aan.
Tandpasta is een schuurmiddel wat de tanden schoon polijst. Zeep helpt vetresten op te lossen en zuren te neutraliseren. Vaak zit er ook fluoride in tandpasta, dit versnelt het herstel van je tandglazuur.
Slide 9 - Tekstslide
Concentratie
De concentratie is de massa van een stof die is opgelost per liter oplossing.
De concentratie kun je berekenen met de volgende formule:
Slide 10 - Tekstslide
Lage concentratie
Hoge concentratie
Slide 11 - Tekstslide
Concentratie berekenen
.
.
Een blikje cola van 0,33L bevat onder andere 40 gram suiker.
Bereken de concentratie van suiker in Cola.
Slide 12 - Tekstslide
Concentratie berekenen
.
.
Een blikje Fanta van 0,25L bevat een concentratie suiker van 2,4 g/L.
Bereken hoeveel gram suiker in een blikje Fanta is opgelost.
Slide 13 - Tekstslide
Huiswerktijd:
Wat?: Proe
Hoe?: Zelfstandig
Hulp?: Steek je hand op bij een vraag
Tijd?: Resterende lestijd
Uitkomst?: Volgende les gaan we de antwoorden bespreken
Klaar?: Lees H2.3 en maak 1 t/m 6
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Van welk soort water kan het beste drinkwater gemaakt worden?
A
grondwater
B
oppervlaktewater
C
zeewater
D
gedestilleerd water
Slide 16 - Quizvraag
Oppervlakte water is altijd zoet water
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Gedestilleerd water is .......................water.
A
zuur
B
zuiver
C
zout
D
zoet
Slide 18 - Quizvraag
Dit water bevat het meeste zout
A
grondwater
B
oppervlaktewater
C
gedestileerd water
D
zeewater
Slide 19 - Quizvraag
Zet de begrippen op de juiste plek van het zeepmolecuul
Hydrofoob
Hydrofiel
Houdt van water.
Houdt niet van water.
Slide 20 - Sleepvraag
Zeep zorgt ervoor dat vet met water kan mengen, zeep is dus een....
A
ionenwisselaar
B
Emulgator
C
Ontharder
D
Ontvetter
Slide 21 - Quizvraag
natuurlijke zepen bestaan uit:
A
Plantaardige en dierlijke oliën
B
Aardolieproducten
C
Geen van de bovengenoemde
D
De natuur
Slide 22 - Quizvraag
Wat is een juiste eenheid voor concentratie?
A
liter per gram
B
gram per kubieke meter
C
gram per liter
D
kubieke meter per liter
Slide 23 - Quizvraag
In sommige delen van Nederland is het leidingwater erg hard. Wat is de naam van de stof die het water hard maakt?
A
ammonia
B
citroenzuur
C
kalk
D
mierenzuur
Slide 24 - Quizvraag
Hoe ontstaat kalkzeep?
A
Synthetische zeep + leidingwater
B
Natuurlijke zeep + leidingwater
Slide 25 - Quizvraag
Hiernaast zie een voorstelling voor de werking van zeep in water, welke bewering is juist.
A
De rode pijl wijst de hydrofiele kop van zeep aan en de oranje pijl wijst naar hydrofoob vuil.
B
De rode pijl wijst de hydrofobe kop van zeep aan en de oranje pijl wijst naar hydrofoob vuil.
C
De rode pijl wijst de hydrofiele kop van zeep aan en de oranje pijl wijst naar hydrofiel vuil.
D
De rode pijl wijst de hydrofobe kop van zeep aan en de oranje pijl wijst naar hydrofiel vuil.