5.2 Planten groeien

Klas binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats volgens het plattegrond
  • Je bent startklaar voor de les                        
  • Aandacht voor de docent
       (let op teken docent!)
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Klas binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats volgens het plattegrond
  • Je bent startklaar voor de les                        
  • Aandacht voor de docent
       (let op teken docent!)

Slide 1 - Tekstslide

Klas binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats volgens het plattegrond
  • Je bent startklaar voor de les                        
  • Aandacht voor de docent
       (let op teken docent!)

Slide 2 - Tekstslide

Klas Binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • Je bent startklaar voor de      les                        
  • Aandacht voor de docent
       (let op teken docent!)

Slide 3 - Tekstslide

Tijdens de les
  • Doe actief mee
  • stoor niet        
  • Bij vragen  eerst je vinger opsteken          
  • Houd het lokaal netjes

Slide 4 - Tekstslide

Einde van de les:
  1. Wat  ging goed?
  2. Wat  kan beter?
  3. wat heb je geleerd

Slide 5 - Tekstslide

5.2 Planten groeien

Slide 6 - Tekstslide

H5 Planten

Slide 7 - Tekstslide

5.2 Planten groeien
  • Je beschrijft hoe een zaadje uit een plantje komt
  • Je beschrijft uit welke onderdelen een zaad bestaat
  • Je legt uit hoe  een boom in de lengte en in de dikte groeit





Slide 8 - Tekstslide

Lesplanning

Terugblikken
Herhaling: blz. 71 - 73
practicum: bonenplant
Uitleg: blz. 75
Maken: opdracht 1 t/m 11
Evaluatie / Afsluiten

Slide 9 - Tekstslide

Lesplanning

Terugblikken
Uitleg: blz. 75
Maken: opdracht 12 t/m 14
Klaar?
Maken: ZS + TJZ (blz. 78 t/m 79)
Evaluatie / Afsluiten

Slide 10 - Tekstslide

Lesplanning

Terugblikken
Herhaling: blz. 71 - 73
practicum: bonenplant
Uitleg: blz. 75
Maken: opdracht 1 t/m 11
Evaluatie / Afsluiten

Slide 11 - Tekstslide

Check in vraag
1. Wat gebeurt er nadat planten hebben gebloeid?
gebruik in je antwoord de woorden: bloemen - vruchten - zaden

2a. Kijk naar de afbeelding. Wat wordt hier afgebeeld? Leg uit.
2b. Teken de afbeelding in je schrift. 
2c. Geef de onderdelen aan.
                                                               Klaar?
Laat je buurman / buurvrouw opdracht 1, 2a - 2b - 2c
voor jou nakijken en verbeteren



timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Ontwikkeling bruine boon

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

vruchten en zaden
  • De meeste plantjes groeien uit zaden

  • nadat (bedektzadige) planten hebben gebloeid veranderen de bloemen in vruchten 

  • in de vrucht zitten de zaden 

Slide 15 - Tekstslide

bruine boon
  • Een bruine boon:  vb van een zaad

  • een bruine boon heeft in een vrucht gezeten

  • peulvruchten: de vruchten van een bonenplant  

andere voorbeelden van een zaad: 
tomatenpitje, cacaoboon

Slide 16 - Tekstslide

In een zaad zit een kiem

Kiem: 
-dit is het begin van de nieuwe plant
-de kiem heeft een worteltje en blaadjes
-de kiem is heel klein

-groei: nodig water en voedsel
* water haalt de kiem uit de grond
*voedsel haalt de kiem uit zaadlobben
voorbeeld zaad: bruine boon
Poortje: 
-klein gaatje in de zaadhuid
-door het poortje neemt het zaad water op

Slide 17 - Tekstslide

Onderdelen 
bruine boon
  • De meeste plantjes groeien uit zaden

  • nadat (bedektzadige) planten hebben gebloeid veranderen de bloemen in vruchten 

  • in de vrucht zitten de zaden 

Slide 18 - Tekstslide

ontwikkeling boon

Slide 19 - Tekstslide

Hoe komt een plant uit een zaadje?
  1. Nadat planten hebben gebloeid, veranderen bloemen in vruchten. In vrucht zitten zaden.

In plaatje zie je zaden en vrucht van bonenplant.
-Bruine bonen zijn zaden
-Vruchten van een bonenplant heten peulvruchten

Slide 20 - Tekstslide

Hoe komt een plant uit een zaadje?
Om boon zit zaadhuid, daarbinnen 2 zaadlobben. Tussen zaadlobben zit kiem.
Kiem is eigenlijk al een plantje.
In zaadlobben zit reservevoedsel voor de kiem. Kiem en zaadlobben worden beschermd door zaadhuid.

Slide 21 - Tekstslide

Hoe komt een plant uit een zaadje?
Zolang zaden droog blijven, gebeurt er niets. Pas als er vocht bij komt, groeit het nieuwe plantje uit de boon. Dat heet ontkiemen. 

Dat gaat zo:

1. Eerst neemt de zaadhuid water op.
2. Daardoor zwellen de zaadlobben op en knapt de zaadhuid open.
3. Dan komt het worteltje naar buiten.
4. Daarna volgen de stengel en de blaadjes.



Slide 22 - Tekstslide

Hoe komt een plant uit een zaadje?
Op plaatje ontkieming bruine boon. Tijdens ontkiemen haalt kiem voedsel uit zaadlobben daardoor worden de zaadlobben steeds kleiner en vallen uiteindelijk af. Meeste zaden ontkiemen in het voorjaar of in zomer als het warm en vochtig is.
De ontkieming van een bruine boon

Slide 23 - Tekstslide

De kiemplantjes in plaatje worden steeds groter en zwaarder → heet groei. Bij groei maakt plant nieuwe cellen, doordat er celdeling plaatsvindt. 
Cellen splitsen zich hierbij in tweeën.
Gebeurt vooral in uiterste topjes van stengels en wortels, groeipunten.
Nadat nieuwe cel is gevormd, neemt hij water op in vacuole en groeit hij in lengte, → dit is celgroei. Door celdeling en celgroei worden worteltje en stengel langer, → dit noem je lengtegroei.

Slide 24 - Tekstslide

Hoe groeit het plantje verder?
De kiemplantjes veranderen ook van vorm. Vergelijking in het plaatje met het jongste plantje maar met de oudste plant. → Er zijn nieuwe delen verschenen: blaadjes en zijworteltjes.

Later komen er ook bloemen. Als een organisme nieuwe delen krijgt, heet dat ontwikkeling.
ontwikkeling
het plantje krijgt nieuwe delen

Slide 25 - Tekstslide

Hoe groeien bomen?
De kiemplantjes veranderen ook van vorm. Vergelijking in het plaatje met het jongste plantje maar met de oudste plant. → Er zijn nieuwe delen verschenen: blaadjes en zijworteltjes.

Later komen er ook bloemen. Als een organisme nieuwe delen krijgt, heet dat ontwikkeling.

Slide 26 - Tekstslide

Om te onthouden
Van zaadje naar plantje (bron 2, 3 en 4)

Een plantje komt uit een zaadje door ontkieming.
Het heel jonge plantje (kiem) zit al in het zaadje.
De volgorde van ontkieming is: wortel, stengel, blad.
Groei van een plant (bron 5)
Lengtegroei: het plantje wordt langer en zwaarder.
Groei vindt plaats door celdeling en celgroei.
Ontwikkeling: het plantje krijgt nieuwe delen.







Slide 27 - Tekstslide

Om te onthouden
Groei van bomen (bron 5,  6,  7)

Door lengtegroei vanuit de eindknop worden takken langer. Uit zijknoppen groeien nieuwe zijtakken.
Knopschubben beschermen de knoppen tegen vraat en kou.
Op de plek waar de knopschubben vastzaten, ontstaat een ringlitteken.
Vanuit een groeilaagje in de stam vindt diktegroei plaats. Elk jaar ontstaat zo een jaarring.
Een jaarring bestaat uit:
een lichtbruine voorjaarsring met grote houtcellen met dunne wanden
een donkerbruine zomerring met kleine houtcellen met dikke wanden
Aan het aantal jaarringen in de stam zie je hoe oud een boom is.







Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide