1KGT Thema 3 Organen en cellen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Thema 2: Organen en cellen

Basisstof 1: Organen van mensen

Leerdoelen

Je kunt organen benoemen in een torso.

Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen.

Orgaan

Een deel van een organisme met een bepaalde taak

Organen in de torso

Organenstelsel

Aan de slag

Opdrachten maken van basisstof 1!

Leerdoelen

Je kunt organen benoemen in een torso.

Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen.

Organen van planten

Leerdoelen

Je kunt de bouw en functie van wortels, stengels en bladeren beschrijven.

Je kunt orgaanstelsels van planten beschrijven met hun functie.

Organen van planten

Ook planten hebben organen:

Wortels
Bladeren
Stegensl

Wortels

Nemen water en mineralen op uit de grond

Bestaan uit 3 onderdelen

Wortelstelsel

Is een orgaanstelsel

3 functies:
water en voedingsstoffen opnemen uit de bodem

• de plant stevig vastzetten in de grond

• reservestoffen opslaan

Reservestof

Handig voor in de winter!

Stengels

Hebben 2 funties:
transport (vervoer) van stoffen

stevigheid geven aan de plant

Bladeren

Opbouw

Bladeren maken glucose (fotosynthese)

Vatenstelsel

Is een orgaanstelsel

Vaten: Lange, dunne buisjes door de plant

Vaatbundel: Meerdere vaten bij elkaar

Vatenstelsel

Functies:

Water met voedingsstoffen gaat van de wortels naar de bladeren.


Voedsel (glucose) uit de bladeren gaat naar de rest van de plant.

Aan de slag

Opdrachten maken van basisstof 1!

Leerdoelen

Je kunt de bouw en functie van wortels, stengels en bladeren beschrijven.

Je kunt orgaanstelsels van planten beschrijven met hun functie.

Cellen

Leerdoelen

 Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.

Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken.

Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken.

Cellen

Alle organismen bestaan uit cellen

Aan cellen kun je zien wat voor organisme iemand is
Wij hebben dezelfde cellen als alle dieren op aarde!

Soorten cellen

Cellen van dieren

Cellen van planten

Opdrachten maken!

Leerdoelen

 Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.

Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken.

Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken.

Chromosomen

Leerdoelen

Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen

Wat is de functie van de celkern?

Chromosomen

Liggen in de celkern

Het zijn lange, dunne draden
Je kunt ze niet zien, totdat een cel zich gaat delen!

De chromosomen worden dan korter en dikker

Chromosomen

Erfelijke eigenschappen

Op chromosomen liggen al je erfelijke eigenschappen

Erfelijke eigenschappen bepalen je oogkleur, haarkleur, lengte grootte van je neus en nog veel meer!

Helft van je vader en helft van je moeder

DNA

Chromosomen bestaan uit DNA en eiwitten

Niet alleen DNA bepaald
Ook je omgeving (bijvoorbeeld wat je eet)

Opdrachten maken!

Leerdoelen

Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen