In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Wetskennis
Strafrecht
Slide 1 - Tekstslide
Wetskennis
Leerdoelen:
Begrip verdachte
Begrip Verdenkingscriterium
VH feit
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Woordweb
Wetskennis
- Staat centraal in het WvSv
- Meeste bevoegdheden mogen alleen tegen een verdachte
gebruikt worden (dwangmiddelen)
De verdachte
Slide 4 - Tekstslide
Wetskennis
- Art 27 WvSv: als verdachte wordt aangemerkt degene te wiens aanziens uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit
De verdachte
Slide 5 - Tekstslide
Wetskennis
- Verplichte mededelingen rechten
- Zwijgrecht
- Rechtsbijstand
- Inzage in processtukken
- In begrijpelijke taal
Rechten verdachten
Slide 6 - Tekstslide
Wetskennis
Vermoeden van schuld door:
- Concreet: feiten en/of omstandigheden
- Objectief: redelijk vermoeden
- Specifiek: het strafbare feit
Verdenkingscriterium
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Wetskennis
- Terwijl feit begaan wordt
- Terstond nadat het begaan is
- Onderzoek nagenoeg onafgebroken is geweest
Heterdaad
Slide 9 - Tekstslide
Wetskennis
- VH = voorlopige hechtenis
- Art 67 WvSv benoemt de VH feiten (zoek op)
VH feiten
Slide 10 - Tekstslide
Wetskennis
- Bepaalt mate van inzet opsporingsbevoegdheden
- Wordt bepaald door overtreding of misdrijf en de maximale
straf die op het feit staat
De ernst van het strabare feit
Slide 11 - Tekstslide
Wetskennis
-Bepaalde opsporingsbevoegdheden kunnen alleen bij VH
buiten heterdaad worden toegepast
- Aanhouden
- Plaatsen betreden ter inbeslagname
- Langer ophouden voor onderzoek / vingerafdrukken
- Kosteloze bijstand bij VH
Bevoegdheden bij VH
Slide 12 - Tekstslide
Wetskennis
- Ophouden onderzoek 9 uur (hOvJ)
- In verzekering stellen 3 dagen (hOvJ)
- In bewaring 14 dagen (RC)
- Gevangenhouding 90 dagen (rechtbank)
Termijnen VH
Slide 13 - Tekstslide
Wetskennis
- Zoek met je groep een filmpje op van een strafbaar feit
- Vertel waarom je op het filmpje heterdaad of buiten heterdaad iets ziet gebeuren
- Vertel waarom je wie als verdachte ziet
- Vertel waarom je welke bevoegdheden mag inzetten tegen de verdachte