In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
vrijdag 22/11
Slide 1 - Tekstslide
het bijvoeglijk nw.
- vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Slide 2 - Tekstslide
't bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord is een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord. bv. : leuke, aardige, lieve, stomme, luie, idiote, schattige, enz.
Slide 3 - Tekstslide
de vorm van 't bijvoeglijk naamwoord
Het bijv. nw. in het woordenboek, is de vorm die mannelijk e.v. is.
Om het vrouwelijk te maken, moet je daaraan eenE toevoegen. Het meervoud maak je door er een Sachter te zetten. Als een woord vrouwelijk meervoud is, hoort er ES bij.
bv. : le garçon idiot (mnl e.v.)
la fille idiote (vrl. e.v.)
les garçons idiots (mnl. mv)
les filles idiotes (vrl m.v.)
Slide 4 - Tekstslide
mnl. ev.
vrl. ev.
mnl. mv.
vrl. mv.
-
+ e
+ s
+ es
bv.: klein = petit
petit
petite
petits
petites
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
bijzondere vormen (I) :
mnl ev.
vrl. ev.
mnl. mv.
vrl. mv.
mooi
beau
belle
beaux
belles
nieuw
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
oud
vieux
vieille
vieux
vieilles
verliefd
amoureux
amoureuse
amoureux
amoureuses
woedend
furieux
furieuse
furieux
furieuses
nieuws-gierig
curieux
curieuse
curieux
curieuses
Slide 7 - Tekstslide
bijzondere vormen (II) :
mnl ev.
vrl. ev.
mnl. mv.
vrl. mv.
lekker
bon
bonne
bons
bonnes
dik
gros
grosse
gros
grosses
wit
blanc
blanche
blancs
blanches
lang
long
longue
longs
longues
eerste
premier
première
premiers
premières
laatste
dernier
dernière
derniers
dernières
Slide 8 - Tekstslide
Compris? (= begrepen?)
> heb je het begrepen? ( kijk anders nog even terug...) en dan gaan we nu een paar vraagjes doen:
Slide 9 - Tekstslide
J'ai un ......... (klein) frère.
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites
Slide 10 - Quizvraag
Tu as une ........... (klein) soeur.
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites
Slide 11 - Quizvraag
Max a deux ....... (kleine) frères.
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites
Slide 12 - Quizvraag
Lex a deux ...... (kleine) soeurs.
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites
Slide 13 - Quizvraag
des .... voitures
des ..... footballeurs
une ... table
un ..... bureau
grand
grande
grands
grandes
Slide 14 - Sleepvraag
des cabriolets ...
des voitures ...
une voiture ...
un cabriolet ...
vert
verte
verts
vertes
Slide 15 - Sleepvraag
J'ai un ......... (lekker) croissant.
A
bon
B
bonne
C
bons
D
bonnes
Slide 16 - Quizvraag
Tu as une ........... (nieuw) soeur.
A
nouveau
B
nouvelle
C
nouveaux
D
nouvelles
Slide 17 - Quizvraag
Max a deux ....... (oude) grand-pères.
A
vieille
B
vieilles
C
vieux
Slide 18 - Quizvraag
Lex a deux ...... (mooie) soeurs.
A
beau
B
belle
C
beaux
D
belles
Slide 19 - Quizvraag
des ... cabriolets
des ... voitures
une ... voiture
un ... cabriolet
beau
belle
beaux
belles
Slide 20 - Sleepvraag
une .... voiture
de ..... footballeurs
un ... portable
de ... femmes
nouveau
bons
belle
vieilles
Slide 21 - Sleepvraag
de plaats van 't bijvoeglijk naamwoord
In het Frans is het normaal om de bijvoeglijk naamwoordenACHTER het zelfstandig naamwoord te plaatsen. bv:
de moderneschool = l’écolemoderne
de aardigeleraar = le professeur sympathique
de geweldigeleerling = l’élèveformidable
Slide 22 - Tekstslide
VOOR het zelfst. nw. komen:
beau-bon- joli
haut -long- petit
jeune- vaste-grand
vieux- mauvais-méchant
autre-nouveau-gros
Slide 23 - Tekstslide
vertaling:
mooi -lekker- leuk
hoog -lang- klein
jong- enorm-groot
oud- slecht-stout
ander-nieuw-dik
Slide 24 - Tekstslide
Il a un ..... frère ..... (klein)
A
petit frère
B
petite frère
C
frère petit
D
frère petits
Slide 25 - Quizvraag
J'ai deux ..... soeurs ..... (sportief)
A
soeurs sportifs
B
soeurs sportives
C
sportifs soeurs
D
sportives soeurs
Slide 26 - Quizvraag
J'ai deux ..... soeurs ..... (dik)
A
soeurs grosses
B
soeurs gros
C
grosses soeurs
D
gros soeurs
Slide 27 - Quizvraag
un cabriolet ...
une voiture ...
une ... voiture
un ... cabriolet
bleue
beau
Slide 28 - Sleepvraag
une .... voiture
de ..... footballeurs
une voiture ....
des footballeurs ...
bons
belle
Slide 29 - Sleepvraag
semaine 47:
faire: - exc. 1 t/m 6 - Lettre 1 inleveren!
- Grandes Lignes: Chapitre 2 exc. 1, 2,
apprendre:
Référence – p. 73 : de regels voor opbouw v e informele brief et
Référence – p. 34: de vorm + plaats van bijvoeglijk naamwoord