Omdat een duif zijn ogen aan de zijkant van zijn kop heeft
zitten, heeft hij moeite met het schatten van diepte.
De twee blikvelden van de ogen hebben geen overlap; je kunt dit vergelijken met het kijken met één oog. Zie dan maar eens hoe ver iets van je af is. Door het snelle kopschudden krijgt de duif beelden binnen vanaf meerdere standpunten, die hij combineert om diepte te kunnen zien. Ook kan een duif beweging beter zien door het kopschudden omdat bij het lopen zijn kop (en dus ogen) tijdelijk stil staat. En met een stilstaand zichtpunt zijn bewegingen veel gemakkelijker te detecteren dan wanneer alles beweegt!