In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
20% van de bevolking verdient de helft van het totale inkomen
De armste 20% verdient maar 4% van het totaal
De koopkracht is dus ongelijk.
15% van de Amerikanen leeft onder de armoedegrens!
Slide 2 - Tekstslide
Lorenzcurve
Een grafiek over de verdeling tussen arm en rijk. Geeft een beter beeld dan gemiddeld inkomen.
Slide 3 - Tekstslide
leven onder de armoedegrens
Je hebt geen geld voor kleding, gezondheidszorg, onderwijs, onderdak of eten. (basisbehoeften)
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Globalisering
Slide 7 - Tekstslide
Globalisering
Spreiding van de productie, techniek en communicatie over de gehele wereld.
Slide 8 - Tekstslide
Bij vraag 6 par. 2
Slide 9 - Tekstslide
3.1 Arm en rijk binnen steden
Slide 10 - Tekstslide
Nigeria
Arm en Rijk
Deze les:
Maakwerk- controle.
Herhaling 2.4
Wat weet je al?
Uitleg: Paragraaf 3.1:
- Verschillende soorten wijken
- Welvaart in de wijk
- Welzijn in de wijk
Zelfstandig werken
- leer 1.2, 2.2 en 2.4
- 2.4 moet af zijn
- lees 3.1
Slide 11 - Tekstslide
Heb je het maakwerk af? H2 par. 1 en 2
A
Ja
B
Bijna helemaal, begrijp een beetje niet.
C
Voor de helft.
D
Nee
Slide 12 - Quizvraag
Als Mexicanen in de V.S. gaan studeren en daarna in Mexico een bedrijf opzetten noemen we dat braindrain.
A
goed
B
fout
Slide 13 - Quizvraag
Leerdoel:
Welke verschillen zijn er tussen arme en rijke wijken in Nederlandse steden en hoe hangen ze met elkaar samen?
◉ Je kunt uitleggen wat de omstandigheden in de tijd waarin wijken zijn gebouwd, te maken hebben met de welvaart van de bewoners in de wijk nu. ◉ Je kunt arme en rijke wijken in Nederlandse steden herkennen aan woningtype, woningprijs en woningeigendom. ◉ Je kunt arme en rijke wijken in Nederlandse steden herkennen aan de bebouwingsdichtheid en de voorzieningen in een wijk.
◉ Je kunt kenmerken geven van de bewoners van arme en rijke wijken in Nederlandse steden.
◉ Je kunt kenmerken geven van leefbaarheid in Nederlandse stadswijken.
◉ Je kunt voorbeelden geven van arme en rijke wijken in je eigen omgeving.
Slide 14 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een rijke en een arme wijk?
Slide 15 - Woordweb
Verschillende soorten wijken
Arme wijken
Rijke wijken
Slide 16 - Tekstslide
Welvaart in de wijk
Welvaart = Genoeg geld hebben en goed kunnen voorzien in de behoefte aan voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg.
aantal koopwoningen en/of huurwoningen
Woz-waarde
Woningbouwcorporatie
Woz-waarde
WOZ-waarde = Waarde van een gebouw op basis waarvan de gemeente bepaalt hoeveel belasting iemand moet betalen volgens de Wet Onroerend Zaakbelasting (WOZ).
Slide 17 - Tekstslide
Wanneer vind jij een wijk prettig om in te wonen?
Slide 18 - Woordweb
Welzijn in de wijk
Welzijn = Mate waarin iemand zich gezond, veilig, gelukkig en verbonden voelt met andere mensen
Welzijn afhankelijk van leefbaarheid
Leefbaarheid = Geschiktheid van een wijk om er goed te leven.
Slide 19 - Tekstslide
Hoe hoger de welvaart des te hoger het welzijn.
A
goed
B
fout
C
soms
Slide 20 - Quizvraag
Verband tussen welzijn en welvaart
% mensen met matige of slechte gezondheid in Eindhoven