4.2 De voedselproductie

4.2 De voedselproductie
Hoe kunnen wij alle monden voeden?
 
Is het produceren van vlees daarin een duurzame keuze?
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

4.2 De voedselproductie
Hoe kunnen wij alle monden voeden?
 
Is het produceren van vlees daarin een duurzame keuze?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag leer je...
-Hoe de voedselafdruk groter wordt, wat schaalvergroting en intensiveren zijn en hoe je duurzamer voedsel kunt produceren.

- Hoe wij een steeds groter wordende bevolking kunnen voeden.

Maar ook.....

- Wat de impact is van de vleesproductie.






Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijkvragen
1. Waar is de Nederlander Simon Groot zo bekend mee geworden? Waarom maakt dat hem een held?

2. Nederland heeft de op één na hoogste positie wat betreft de export van voedsel. Welke oorzaken geeft de video daarover?

3. Wat betekent specialiseren? Hoe heeft dit bijgedragen aan de positie die Nederland nu heeft?

4. De presentator zegt: 'Als je het zo bekijkt, dan maken wij pure van alle andere landen'. Wat bedoelt hij met deze uitspraak?




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wie van jullie..
- Eet wel eens vlees?
- Eet meer dan twee keer per week vlees?
- Eet bijna iedere dag een vleesproduct?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is het eten van vlees wel zo duurzaam?
Hoeveel vierkante meter landbouwgrond heb je nodig voor de productie van 1 kilo vlees?

Hoeveel liter water heb je nodig voor de productie van 1 kilo vlees?

Hoeveel landbouwgrond e.d. heb je nodig om het veevoer te produceren?

Op welke manieren draagt de veeindustrie bij aan klimaatverandering?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw van de les
- Introductie: Ken jij iemand die?
   Wat is het belang van de landbouw?
   Filmpje met kijkvragen. 

- Lezen van de tekst
- Uitleg
- Documentaire: Cowspiracy

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De voedselproductie: Ken jij iemand die...
  • Iemand in mijn familie heeft een landbouw bedrijf;
  • Ik ken iemand van een landbouw bedrijf;
  • Ik ben weleens op een landbouw bedrijf geweest;
  • In mijn woonomgeving (straal 1 kilometer) is minstens één boerenbedrijf.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het belang van de landbouw?
Ruim  twee derde van oppervlakte Nederland is groene ruimte.
Meer dan twee derde van de totale oppervlakte van Nederland is in gebruik als groene ruimte (68 procent), waarvan het merendeel agrarisch terrein is (54 procent van het totaal).

Slechts 2,1% van de beroepsbevolking is werkzaam in de landbouw.

 Nederland bestaat daarnaast voor 19 procent uit water; 13 procent is bebouwd gebied.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten agrarische (landbouw) bedrijven ken je?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Soorten bedrijven
Tuinbouw: Groentes, paddenstoelen, fruit, bloemen en bollen. Vaak in enorme kassen.
Bosbouw
Akkerbouw
Melkveehouderij
Slachtveehouderij
Visserij

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze producten worden op Nederlandse grond geproduceerd

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Ik denk dat Nederland een grote exporteur is op het gebied van voedsel
Waar
Niet waar

Slide 15 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Dan luidt de vraag.........
Hoe heeft Nederland zo'n reus kunnen worden op het gebied van de voedselproductie?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zegt het boek?
Paragraaf 4.2: De voedselproductie

Bladzijde: 82+83

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee verschijnselen
Schaalvergroting: Er zijn minder bedrijven, maar deze bedrijven worden steeds groter.

Intensivering: De opbrengst per dier of hectare te maximaliseren. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je doen?
Je gaat aan de slag met de opdrachten.

Groep A (onvoldoende): Alle opdrachten + herhaling
Groep B (5.5-7.5): Alle opdrachten + herhaling OF verdieping
Groep C(7.6-10): Verkorte leerroute + verdieping

Onderstreept = verplicht
timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boer geert heeft momenteel 2500 koeien binnen zijn bedrijf. Volgend jaar hoopt hij 3000 koeien te kunnen houden. Er zal een nieuwe stal gebouwd moeten worden. Welk begrip past hierbij?
A
Intensivering
B
Schaalvergroting
C
Kapitaalintensief
D
Voedselafdruk

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Boer Joop investeert in een nieuwe melkmachine. Deze machine geeft aan hoeveel voer een dier nodig heeft en of het nog gezond is. Ook lees je hoeveel melk de koe gegeven heeft.
A
Genetische modificatie
B
Biodiversiteit
C
Kennisintensief
D
Schaalvergroting

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Blijf kritisch! Hoe spreekt de boer over het werk dat hij doet? Is dat heel positief of negatief. Houd dit beeld eens vast als we straks de tekst gaan lezen. Wat zegt bron 8?
De boer spreekt erg positief over zijn bedrijf. Noem een rede waarom je toch kritisch moet blijven kijken naar dit soort filmpjes. Welke problemen komen bijvoorbeeld kijken bij de veehouderij?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het is veel slimmer om graan te produceren dan vlees. Dit levert veel meer kilo op!
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies