Les 47 H3 fictie

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoe herken je een hoofdpersoon?

Slide 4 - Woordweb

Hoofdpersoon
  • Het belangrijkste personage in het verhaal
  • VAAK één hoofdpersoon, kan meer

Hoe weet je of het de hoofdpersoon is?
  • uiterlijk/gevoelens/gedachte/handelingen
  • je 'beleeft' vanuit de hoofdpersoon
  • probleem of opdracht: de hoofdpersoon moet het probleem oplossen of de opdracht volbrengen


Slide 5 - Tekstslide

Hoe herken je een bijfiguur?

Slide 6 - Woordweb

Bijfiguren
- Speelt vaak een rol op de achtergrond.
- Deze personen zijn een aanvulling van het verhaal.
- De kenmerken van een bijfiguur veranderen niet of nauwelijks.
- Is een helper of een tegenstander van de hoofdpersoon. Helpt de hoofpers. om zijn doel te bereiken of werkt dit juist tegen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Personage beschrijven
- Uiterlijk
- Kenmerken: geslacht, leeftijd, achtergrond
- Karaktereigenschappen

Karakterontwikkeling = in hoeverre een personage verandert in het boek

Slide 9 - Tekstslide

Uiterlijk (lichaam, gezicht, haar, kleding)
Hoe iemand eruit ziet
- de schrijver kan het beschrijven
- een ander personage kan vertellen hoe iemand eruit ziet
- iemand kan over zichzelf zeggen hoe hij/zij eruit ziet

Slide 10 - Tekstslide

karaktereigenschappen
Een karakter van een hoofdpersoon leer je kennen doordat je let op wat iemand doet, zegt en denkt.

Voorbeelden:
grappig, onzeker, lui, druk, stoer, lief

Karakter is niet hoe iemand eruit ziet!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide