EWS/SBARR--> AFP

Vandaag 
Redeneerhulpen 

EWS 

 SBARR

ABCDE 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Vandaag 
Redeneerhulpen 

EWS 

 SBARR

ABCDE 

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zit je erbij vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Leerdoelen
  • Je kan aangeven wat EWS en SBAR betekend
  • Je kan vertellen wat de ADBDE methode inhoudt
  • Je verklaart het doel van deze redeneerhulpen
  • Je past de redeneerhulpen aan de hand van een casus toe

Slide 3 - Tekstslide

Klinisch redeneren 
6 stappen 
net als verpleegkundig proces

Slide 4 - Tekstslide

vul in op juiste plek
klinisch beleid
nabeschouwing
aanvullend klinisch onderzoek
klinische probleemstellingen
klinisch verloop
orientatie op de situatie

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Stappen & redeneerhulpmiddelen
Stap 1: oriënteren op situatie (bijv. SBAR/EWS)
Stap 1a: informatie verzamelen, stap 1b: risicoanalyse,  stap 1c: collega informeren indien nodig

Stap 2: mogelijke problemen in kaart brengen (Omaha/gordon)
Stap 2a: gegevens ordenen, stap 2b: hypothesen formuleren, stap 2c verbanden leggen.

Stap 3: Aanvullende observaties en onderzoeken (bijv. observatielijst of meting)
Stap 4: verpleegkundig beleid (PES/smart)
Stap 5: verloop monitoren (SOAP)
Stap 6: reflectie (STARRT)

Slide 7 - Tekstslide

EWS
Early Warning Score
verslechtering van patiënt vroegtijdig signaleren

Slide 8 - Tekstslide

1. Oriëntatie op de situatie
er is iets aan de hand
gegevens verzamelen
voorgeschiedenis


SBAR
situatie (S)
achtergrond (B)
beoordeling (A)
aanbeveling (R)

SBAR
S (Situatie)
B (Achtergrondinformatie)
A (Beoordeling)
R (Aanbeveling)

Slide 9 - Tekstslide

EWS
Early Warning Scale/Vroege Signalerings Score

- Brengt patient qua vitale functies in beeld

- Erkent Niet-pluis gevoel verpleegkundige

- Praat plaatje met de dokter

- ABCDE beoordeling

Slide 10 - Tekstslide

EWS/VSS
Dhr Kroes ligt op jou afdeling. Je doet controles en ziet het volgende; RR 110/50, P120, Saturatie 94% met een ademhalingsfrequentie van 32x/min. De patiënt plast goed. Wel maak je je zorgen over de patiënt.

Wat scoor je? Wat doe je dan?

Slide 11 - Tekstslide

EWS/VSS
Je stapt binnen bij Mw. de Haas en het valt je op dat zij een snelle ademhaling heeft van 17x/minuut. Je meet een bloeddruk van 90/60 en een onregelmatige hartfrequentie van 54 sl/minuut. Urineproductie heb je de afgelopen uren niet gecontroleerd. Je maakt je zorgen over mevrouw.

Wat scoor je? Wat doe je dan?

Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

Voordelen SBAR(R)?
  • Consequente informatie overdracht: inhoud verbetert, overdracht wordt korter (overdracht en slechte communicatie = risicomoment)
  • Verpleegkundige wordt door stappenplan gedwongen eerst zelf de situatie te analyseren
  • Arts krijgt completer beeld; kan adequater reageren
  • Kwaliteit van zorg en teamsamenwerking nemen toe

Slide 14 - Tekstslide

Wordt de SBARR op de afdeling waar jij werkt gebruikt en wat vindt je ervan?

Slide 15 - Tekstslide

S =Situation (situatie)

Hoe is de situatie waarover je belt?

Wat is jouw relatie tot de patiënt?


Vertel kort iets over het probleem. Bijvoorbeeld: 'Ik ben de verpleegkundige van patiënt ... en ik maak mij zorgen om ...'.

Slide 16 - Tekstslide

B=Background (achtergrond)

De opnamediagnose, lijst van medicatie, allergieën, laboratoriumuitslagen, vitale functies, eventuele voorgeschiedenis.

Bijvoorbeeld: 'De patiënt is opgenomen met ... en gebruikt momenteel ... . Verder heeft patiënt in de voorgeschiedenis een CVA gehad, met hemiparese links als restklacht.'.

Slide 17 - Tekstslide

A=Assesment (beoordeling)

Assessment: Wat is de eigen beoordeling over de situatie? Wat denk je zelf wat er aan de hand zou kunnen zijn?


 Bijvoorbeeld: 'Het probleem zou cardiaal kunnen zijn, maar ik weet het niet zeker.'

Slide 18 - Tekstslide

R=Reccommendation (aanbeveling)

Reccommendation: Wat is de aanbeveling van jou? Wat wil je dat er gaat gebeuren? Wil je dat de arts komt? Moet er medicatie gewijzigd worden?

Bijvoorbeeld: 'Ik denk dat je binnen nu en 30 minuten langs moet komen om de patiënt zelf te beoordelen.'

Slide 19 - Tekstslide

R= 'Repeat' (herhaal).

 Herhaal het antwoord van de zorgverlener nog eens om zo eventuele fouten te kunnen opsporen.


Bijvoorbeeld: 'Dus als ik het goed begrijp, wil je dat ik een hartfilmpje maak en kom je daarna binnen 30 minuten bij de patiënt langs?'

Slide 20 - Tekstslide

ABCD(E) methode 
Gestructureerde manier om vitale functies te beoordelen

Slide 21 - Tekstslide

ABCDE-Methode

Slide 22 - Tekstslide

ABCDE methode 





Je kan nooit naar de B als de A niet goed is.

Slide 23 - Tekstslide

ABCDE(FG) - kijken, luisteren, voelen, meten
Airway
Luchtweg
Breathing
Ademhaling 
Circulation 
Bloedsomloop
Disability
Bewustzijn
Exposure
Omgevingsomstandigheden: temperatuur, houding, verwondingen)
Full set of vital signs 
Aanvullende gegevens verzamelen
Get Help
Schakel hulp in, gebruik SBAR

Slide 24 - Tekstslide

De verzorgende vertelt dat de patiënt bekend is met diabetes mellitus. Bij welke fase past dit?
A
Situation
B
Background
C
Assessment
D
Recommendation

Slide 25 - Quizvraag

De verpleegkundige vraagt de arts of ze alvast een katheter kan inbrengen. Bij welke fase hoort dit?
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 26 - Quizvraag

De verpleegkundige vertelt de arts dat ze denkt dat de patiënt een hersenbloeding heeft. Dit past in de fase:
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 27 - Quizvraag

Oefen casussen bij voldoende tijd

Stap 1: Maak groepen van 3 personen
Stap 2: Je krijgt één casus toegewezen. Werk deze uit volgens de SBARR. Elke persoon uit het groepje is één keer de informatiebrenger, één keer informatieontvanger en één keer observator. 

Stap 3: Geef elkaar feedback op de toepassing van de SBARR

Slide 28 - Tekstslide

Casus
Je komt een patienten kamer en ziet mw de Jonge op de grond liggen. Ze komt versuft over. Ook is ze flink aan het transpireren en is ze trillerig.
Mw is bekend met Diabetes type 2 waarvoor ze 3 x daags insuline spuit. Je meet de controle's RR 95-50. P 90 T 37.2. AH 18 Blds 2.3

Je belt de huisarts. 

Slide 29 - Tekstslide

Casus
Mw Kleine is zojuist bevallen van haar eerste kind. Echter blijft de placenta zitten. In tussen tijd is ze hevig aan het vloeien. Je zit al bijna op een liter bloedverlies.  Mw raak wat suf. RR 90-50 P 120 T 36.8. AH 20 De baarmoeder contraheert niet goed. De verloskundige vraagt jou om een verpleegkundige te bellen voor assistentie.

Slide 30 - Tekstslide

Casus
Mw Smit krijgt antibiotica tegen urineweginfectie. Jij geef haar de medicatie. Na een aantal minuten geeft ze aan erg duizelig en onrustig te zijn. Krijgt jeuk en rode vlekken. Ook zie je haar gezicht opzwellen. RR 80-50 P 120 T 37.1 AH: 20 oppervlakkig.
Jij vertrouwt het niet en belt de huisarts. 

Slide 31 - Tekstslide