In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
4.12a
A
p = 8
q = 1
B
p = 8
q = 6
C
p = 18
q = 1
D
p = 18
q = 6
Slide 1 - Quizvraag
4.12bd Wat is geen hoekpunt van het gearceerde vlak
A
( 0,0 )
B
( 6,0 )
C
( 8,0 )
D
( 6,8 )
Slide 2 - Quizvraag
Welke kleur heeft het producentensurplus?
A
Groen
B
Blauw
C
Rood
D
Geel
Slide 3 - Quizvraag
Welke kleur heeft het consumentensurplus?
A
Groen
B
Blauw
C
Rood
D
Geel
Slide 4 - Quizvraag
Hoe groot is het totale economische surplus?
A
64
B
128
C
224
D
352
Slide 5 - Quizvraag
Volledige mededinging
Pareto optimum
- som van CS en PS ( economisch surplus ) is maximaal
- niemand kan zich verbeteren zonder dat dit ten koste gaat van een ander
- optimale allocatie
( productiefactoren op meest efficiente manier gebruikt )
Slide 6 - Tekstslide
Volledige mededinging
Optimale allocatie:
- som van CS en PS is maximaal
- productie is zo groot mogelijk
- prijzen zijn zo laag mogelijk
- productiefactoren gebruikt conform vraag naar producten
- marktprijs komt overeen met MK marginale aanbieder
Slide 7 - Tekstslide
De overheid is niet altijd tevreden met de prijs die op de markt tot stand komt. Noem een voorbeeld van een product waarvan de overheid de prijs graag lager of hoger zou zien en waarom
Slide 8 - Open vraag
Een hogere prijs dan evenwichtsprijs...gevolgen...
Een totale afname van het surplus, dat het verlies in doelmatigheid weergeeft, wordt de Harberger-driehoek of ook wel ‘deadweight loss’ genoemd.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Volkomen concurrentie = meest efficiënt
Welke marktvorm levert de hoogst welvaart op? De optelsom van het consumentensurplus en producentensurplus is een maatstaf voor de welvaart.
Je kan bewijzen dat de marktvorm volkomen concurrentie het meest efficiënt is: de hoogste optelsom van consumenten- en producentensurplus.
Slide 11 - Tekstslide
Welvaartsverlies
Het verschil tussen de totale surplussen van volkomen concurrentie en een andere marktvorm noemen we het welvaartsverlies.
Slide 12 - Tekstslide
Harberger-driehoek
Het welvaartsverlies (door een minder efficiënte marktvorm) wordt de Harberger-driehoek genoemd.
Slide 13 - Tekstslide
Kanttekeningen Pareto optimaal
Pareto optimaal: zo groot mogelijk surplus
Verdeling surplus kan maatschappelijk onwenselijk zijn
Ongelijke verdeling
Groot surplus en hoge productie kunnen leiden tot negatieve externe effecten als milieuvervuiling
Slide 14 - Tekstslide
Hw.
Opgave 4.21 en 4.22
Slide 15 - Tekstslide
4.22 Econoom B I: De verdeling is gelijker geworden II: De verdeling is Pareto-optimaler geworden
A
I juist
II juist
B
I juist
II onjuist
C
I onjuist
II juist
D
I onjuist
II onjuist
Slide 16 - Quizvraag
als de prijs in euro's luidt dan is het consumentensurplus in euro's:
A
6.000
B
2.000
C
12.000
D
4.000
Slide 17 - Quizvraag
als de prijs in euro's luidt dan is het producentensurplus in euro's:
A
12.000
B
6.000
C
4.000
D
2.000
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
CS = 1/2 x ( 16 - 6 ) x 250
= 1.250
PS = 1/2 x ( 6 - 2 ) x 250
= 500
Economisch surplus = 1.750
Slide 20 - Tekstslide
De Portugese overheid besluit de prijs van rode wijn vast te stellen op € 8 per liter. Geef 2 mogelijke redenen voor de overheid om dit besluit te nemen