Voegt vocht toe aan zaadcellen waardoor deze beweeglijk worden
Prostaat
Voegt vocht toe aan zaadcellen waardoor deze beweeglijk worden
zaadleider
Vervoert zaadcellen
bijbal
Opslag van zaadcellen
zaadbal
Ook wel teelbal of testes
Hier worden zaadcellen geproduceerd
eikel
Meest gevoelige deel van de penis
zwellichaam
Hier wordt bloed in gepompt waardoor de penis in erectie komt
urinebuis
Vervoeren van sperma (zaadcellen + zaadvocht)
De urinebuis vervoert ook urine
Slide 2 - Tekstslide
Vangt prikkels op die kunnen leiden tot een orgasme.
Vervoerd urine van de blaas het lichaam uit.
- hierin komt sperma bij geslachtsgemeenschap
- bij de menstruatie worden stukjes baarmoederslijmvlies, slijm en bloed via de vagina verwijderd
- bij de geboorte komt het kind via de vagina ter wereld
Produceren slijm waardoor de toegang tot de vagina glad wordt.
Een randje weefsel aan het begin van de vagina.
Kringspier die het darmkanaal afsluit.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is menstruatie?
Slide 4 - Tekstslide
Wat is menstruatie?
Het afstoten van een deel van het baarmoederslijmvlies.
Slide 5 - Tekstslide
Menstruatiecyclus
Bijna geen enkele vrouw menstrueert precies om de 4 weken. Vooral in de puberteit kan de menstruatie zeer onregelmatig plaatsvinden. Soms zit er veel tijd tussen de menstruaties.
Slide 6 - Tekstslide
Zwangerschap en geboorte
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Bevruchting
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Aantekening
Embryo - Begin tot week 8
Foetus - Vanaf week 8 tot geboorte
Slide 13 - Tekstslide
Vruchtwater
Het embryo drijft in het vruchtwater. Het vruchtwater beschermt het emrbyo tegen stoten, uitdroging en temperatuurverandering.
Embryo/Foetus
Het kind heet in de baarmoeder: embryo of foetus (na 8 weken)
Navelstreng
Verbinding tussen de placenta en het embryo. In de navelstreng zitten bloedvaten.
Placenta
Deel van de baarmoederwand waar bloed van de moeder vlak langs bloed van het embryo stroomt. Daarom kunnen ze stoffen en zuurstof uitwisselen.
Bloedvaten embryo
Deze bloedvaten raken de bloedvaten van de moeder niet.
Bloedvaten moeder
Door de placenta kunnen er zuurstof en voedingsstoffen aan de baby gegeven worden.
Slide 14 - Tekstslide
Vruchtvliezen en vruchtwater
Slide 15 - Tekstslide
Aantekening
Vruchtvliezen + vruchtwater bescherming tegen: - stoten - uitdroging - wisseling van temperatuur
Slide 16 - Tekstslide
Het lichaam van de moeder verandert tijdens de zwangerschap
De melkklieren in de borsten ontwikkelen zich. De borsten worden groter.
Slide 17 - Tekstslide
38 weken later...
Slide 18 - Tekstslide
Normale ligging
(hoofdje komt eerst)
Stuitligging
(kontje of voetjes van baby komen eerst)
Slide 19 - Tekstslide
3 fasen
De geboorte bestaat uit 3 fasen:
- de ontsluiting - de uitdrijving
- de nageboorte
Slide 20 - Tekstslide
3 fasen
De geboorte bestaat uit 3 fasen:
- de ontsluiting - de uitdrijving
- de nageboorte
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
De ontsluiting
Slide 23 - Tekstslide
3 fasen
De geboorte bestaat uit 3 fasen:
- de ontsluiting - de uitdrijving
- de nageboorte
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
HOERA!
De baby is geboren!
Slide 27 - Tekstslide
3 fasen
De geboorte bestaat uit 3 fasen:
- de ontsluiting - de uitdrijving
- de nageboorte
Slide 28 - Tekstslide
De nageboorte
Er moeten nog 3 delen uitgedreven worden:
De placenta De vruchtvliezen De rest van de navelstreng
Dit noemen we de nageboorte. Deze komt ongeveer 15 minuten na de geboorte van het kindje.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Na de geboorte
Restjes slijm worden uit de mond van de baby gehaald.
De navelstreng wordt afgeklemd en doorgeknipt.
De baby begint meteen te huilen. Dat is prima! Dan is de ademhaling goed op gang gekomen.
Slide 32 - Tekstslide
De navelstreng
Het restje van de navelstreng droogt uit. Dit duurt ongeveer een week. Daarna valt dit er af.
Hierdoor ontstaat bij het kind een litteken op de buik.