Nederland en de EU

Nederland en de EU

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Nederland en de EU

Slide 1 - Tekstslide

LEERDOEL: Je legt uit waarom Nederland onderdeel uitmaakt van de EU.
Criteria:
Criteria 
  • Je benoemt de belangrijkste instellingen van de EU. 
  • Je legt in grote lijnen uit wat de belangrijkste instellingen van de EU inhouden. 
  • Je legt uit waarom de EU is opgericht.
  • Je benoemt voor- en tegenargumenten voor de EU. 
  • Je onderbouwt de voor- en tegenargumenten voor de EU.
  • Je vormt je eigen mening over de EU, de euro en of Nederland wel of niet in de EU moet blijven.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Europese Unie in 2019
Nu zijn er

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

EU = Europese Unie:
  • gemeenschappelijke regels (harmonisatie  -->  eerlijke concurrentie)
  • vrijhandel (de EU heeft een interne markt)

Vrij verkeer van:
  • goederen  en diensten (vrijhandel)
  • personen (je mag in elk EU land wonen, werken en studeren)
  • kapitaal (je kunt geld op een rekening in een ander EU-land zetten)

Slide 6 - Tekstslide

EMU = Europese Monetaire Unie
De Europese Monetaire Unie (eurozone) bestaat uit de landen binnen de EU die de euro hebben ingevoerd.

De Europese Centrale Bank let er op dat de euro zijn waarde behoudt.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Noem de 4 EU instellingen

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer werd de EU opgericht?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Noem voordelen van de EU

Slide 13 - Woordweb

Noem nadelen van de EU

Slide 14 - Woordweb

Wat heb je geleerd?

Slide 15 - Tekstslide

Welke afspraken zijn er in de Europese Unie gemaakt?

Slide 16 - Open vraag

Juist of onjuist?
In alle landen van Europa kun je
met de euro betalen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Juist of onjuist?
De landen waar je met de euro kunt betalen, vormen samen de eurozone.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn vreemde valuta?
A
Buitenlands geld
B
Wisselkoers
C
Provisiekosten
D
Euro's

Slide 19 - Quizvraag

extra uitleg/

verdieping


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Slide 28 - Link

Slide 29 - Video