dubbele ontkenning, contaminatie

Welkom!
Vandaag: dubbele ontkenning en contaminatie 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Vandaag: dubbele ontkenning en contaminatie 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Contaminatie
Een contaminatie is een verhaspeling van twee woorden of uitdrukkingen. Deze worden dan door elkaar gebruikt, waardoor dus een contaminatie ontstaat. 

bijv. 
Je moet dat overnieuw doen! (overnieuw is de contaminatie)
Je moet dat opnieuw doen.
Je moet dat over doen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden!
  • 1 contaminatie: optelefoneren - opbellen / telefoneren
  • 2 contaminatie: de prijs is duur - is te hoog
  • 3 contaminatie: zwaar wegen - veel wegen / is zwaar
  • 4 contaminatie: volgens mijn mening - volgens mij / naar mijn mening
  • 5 contaminatie: nachecken - checken / nakijken
  • 6 contaminatie: behoort tot een van de - is één van de / behoort tot
  • 7 contaminatie: De temperatuur is warm - De temperatuur is hoog/het is warm.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom fout?
mond-op-mond reclame

Slide 4 - Tekstslide

mond tot mond reclame
mond op mond beademing
Waarom fout?
Het kost duur

Slide 5 - Tekstslide

Het kost veel
het is duur
Ingeburgerde contaminaties

Slide 6 - Tekstslide

overnieuw (opnieuw en over)
onderdeel uitmaken van (onderdeel zijn van + deel uitmaken van)
bekritiseren (beoordelen + kritiseren)
Dubbele ontkenning
Bij een dubbele ontkenning zeg je twee keer 'niet' of 'nee' (je ontkent dubbelop). 
Hierdoor bedoel je het tegenovergestelde.

Je moet op de A15 voorkomen dat je niet in de file terecht komt.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dubbele ontkenning
  • Een dubbele ontkenning is het herhalen van een ontkennend woord.
  • Twee ontkennende woorden in 1 zin.
  • Door een dubbele ontkenning wordt de uiting positief.

Voorbeelden:
Wij hebben nooit geen problemen. -> Wij hebben altijd problemen.
Zij voelen er niets voor om niets te doen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dubbele ontkenning

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

-+- = +

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Stijlfouten: dubbele ontkenning en contaminatie.

Ik maak nooit niet mijn huiswerk (dus altijd) 
dubbele ontkenning min min = plus












Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door goed hang- en sluitwerk kun je voorkomen dat er niet wordt ingebroken.
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
dubbele ontkenning

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meike wilde never nooit vlees meer eten en zwoer haar hele leven vegetariër te blijven.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
D
Dubbele ontkenning

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stijlfouten: contaminatie, pleonasme, tautologie en dubbele ontkenning

- Contaminatie: twee woorden of uitdrukkingen verkeerd gecombineerd

vb: kost duur (kost veel of is duur), nachecken (nakijken of checken)


- Pleonasme: een eigenschap van een zaak of persoon nog eens noemen

vb: witte sneeuw, rood bloed


- Tautologie: twee woorden van dezelfde woordsoort die hetzelfde betekenen

vb: enkel en alleen, altijd en eeuwig


- Dubbele ontkenning: twee ontkenningen waardoor onduidelijk wordt wat de bedoeling is

Hij ruikte niet onfris.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke contaminaties hoor je in het filmpje??

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke contaminaties heb je gehoord?
- Mijlpunt
- Fanatistisch
- Zit op het puntje van d'r tong

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overnieuw
A
Contaminatie
B
Correct

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nachecken
A
Contaminatie
B
correct

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

terugretourneren
A
contaminatie
B
dubbele ontkenning
C
goed

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het maakt geen verschil uit.
A
contaminatie
B
correct
C
dubbele ontkenning

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wij hebben nooit geen probleem
A
contaminatie
B
herhaling
C
dubbele ontkenning

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Blok 5.4 
Maken 5.4 A + B (1-3)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

uitleg 
Zo voer je een probleemoplossende discussie
  • Leg jouw oplossing voor het probleem duidelijk uit. Noem niet alleen de voordelen, maar ook de nadelen als die er zijn. 
  • Spreek rustig en duidelijk. 
  • Luister goed naar de andere deelnemers en ga serieus op hun woorden in. 
  • Neem het woord met een zinnetje als "Daar wil ik graag op reageren" of "Mag ik daar wat over zeggen?"
  • Bespreek de voor- en nadelen van elkaars oplossing. Bedenk ook wat je kunt doen aan eventuele nadelen van die oplossing en probeer samen tot de beste oplossing te komen. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is nog moeilijk?
  • Argumenten bedenken
  • Nadelen vinden  

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Het probleem is dat het in de kantine bij jullie op school na elke pauze een grote bende is. 

De schoolleiding wil dit probleem oplossen en vraagt afgevaardigden van verschillende groepen (leraren, leerlingen, conciërges, ouders, kantinemedewerkers, schoonmakers, schoolleiding) om mee te discusiëren. 

Jullie mogen als groep één oplossing inbrengen in de discussie.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie zijn wij?
Jullie kiezen als groep een rol:

  • leraren
  • leerlingen
  • conciërges
  • ouders
  • kantinemedewerkers
  • schoonmakers
  • schoolleiding

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1
1. Laat ieder groepslid zo veel mogelijk oplossingen opschrijven. Neem voor elke oplossing een apart papiertje.

Dit doe je voor jezelf, in stilte!




timer
3:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2
Bespreek de voorgestelde oplossingen met elkaar. 

Welke is volgens jullie de beste en waarom?


timer
5:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3
Wat zijn de voor- en nadelen van jullie oplossing?

Bespreek de voor- en nadelen en noteer de oplossing die jullie gaan inbrengen in de discussie.


timer
3:00

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4
Een afgevaardigde van elke groep gaat in discussie met de andere afgevaardigden.

Wat wordt DE oplossing??

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rol discussieleider
- laat iedereen voldoende aan het woord komen
- grijpt in als dat nodig is
- vat zo nu en dan de discussie samen
- stelt vragen om deelonderwerpen te introduceren
- sluit de discussie af met een samenvatting en zo mogelijk een conclusie 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies