In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
English
Past simple
Present perfect
Slide 1 - Tekstslide
Today
- Past simple
- Present perfect
Slide 2 - Tekstslide
Goals
You know the difference between the past simple and the present perfect.
Slide 3 - Tekstslide
Last time
- Present simple Base verb (+ s)
- Present continuous
am / are / is + verb + ing
Slide 4 - Tekstslide
''I am asking you a question.''
A
Present simple
B
Present continuous
Slide 5 - Quizvraag
Past simple
- Base verb + ed I explained this earlier.
Slide 6 - Tekstslide
What is the past simple of: ''to try'' ?
Slide 7 - Open vraag
Past simple
Als een werkwoord op –y eindigt, eindigt de past simple op –ied:
To try - tried
Slide 8 - Tekstslide
What is the past simple of: ''to stay'' ?
Slide 9 - Open vraag
Past simple
Als de –y na een andere klinker komt ( a, e, i, o, u ), eindigt de past simple gewoon op –ed :
To stay - stayed
Slide 10 - Tekstslide
Past simple
Many verbs are irregular (onregelmatig):
- To be = was / were
- To know = knew
- To make = made
- Etc...
Slide 11 - Tekstslide
Past simple exercise
- Fill in the correct form of the word
On the next slides....
Slide 12 - Tekstslide
Last night I ____ (to forget) my keys at the local bar.
Slide 13 - Open vraag
She ____ (to claim) she ____ (to visit) Paris last year.
Slide 14 - Open vraag
I ____ (to know) she ____ (to go) there earlier.
Slide 15 - Open vraag
Present perfect
Have / has + past participle (volt deelwoord)
I haveworked in Groningen for a long time.
Voltooid deelwoord = hele ww + ed
Slide 16 - Tekstslide
Wanneer...
Past simple? Als in de zin duidelijk staat wanneer iets in het verleden gebeurde: yesterday, last week, in 2005 , of als er gevraagd wordt naar dat moment met when.
Slide 17 - Tekstslide
Wanneer...
Present perfect? Als iets nog steeds bezig is. Je gebruikt dan in de zin vaak de woorden since, for, from, until now, so far, ever, yet of how long.
Slide 18 - Tekstslide
Present perfect exercise
- Fill in the correct form of the word
On the next slides....
Slide 19 - Tekstslide
Jane ____ (to study) mechanics for five years now.
Slide 20 - Open vraag
I ____ (to spill) coffee on my shirt, so I have to clean it.
Slide 21 - Open vraag
Nick ____ (to phone) the customer and is talking to him now.