- Veel eigenschappen komen tot stand door eiwitten
- Eiwitten worden gemaakt door cellen
- De genen van de cellen bevatten de informatie voor de eiwitten
- Bijvoorbeeld: spiercel maakt spiereiwit
Slide 2 - Tekstslide
Conclusie
- Lichaam heeft genen en eiwitten nodig
- door genen en eiwitten komt het genotype tot uiting in het fenotype
Slide 3 - Tekstslide
Actief en niet actief
- Weet je nog: in alle cellen ligt ALLE informatie
- De cel gebruikt alleen de informatie die het nodig heeft.
- genen voor oogkleur liggen in tenen (niet actief)
- genen voor oogkleur liggen in ogen (actief)
Slide 4 - Tekstslide
bas 7 DNA technieken
Slide 5 - Tekstslide
DNA- technieken
Mensen gebruiken organismen om producten te maken. Dankzij allerei nieuwe DNA-technieken is de biotechnologie in ontwikkeling
Slide 6 - Tekstslide
DNA technieken
- Biotechnologie is verzamelnaam voor technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten voor de mens te maken.
- bv: bacteriën (yoghurt) en schimmels (brood)
Slide 7 - Tekstslide
Andere technieken
- Recombinant-DNA- technieken: DNA van organisme wordt veranderd. Het DNA kan van een ander dier komen.
- productie insuline (gemaakt door bacteriën met genen van de mens)
Slide 8 - Tekstslide
genetische modificatie
Bij genetische modificatie veranderen wij in een laboratorium het DNA van een organisme. ze zouden bijvoorbeeld een Ongeboren baby een andere oogkleur kunnen geven!!!
Slide 9 - Tekstslide
Andere technieken
- Gene- editing (gen-aanpassing): wijzigingen in bestaande genen.
er ontstaat nieuwe informatie
- Nu gebruikt bij gen therapie: kapotte genen repareren