De STARR-methode is de meestgebruikte methode om te reflecteren op je eigen handelen, bijvoorbeeld in een reflectieverslag. STARR staat voor situatie, taak, actie, resultaat en reflectie.
Situatie
Wat was de situatie? Wanneer speelde de situatie zich af? Wat speelde er? Wie waren erbij betrokken?
Taak
Wat was je taak? Wat was je rol? Wat wilde je bereiken? Wat werd er van je verwacht/Wat verwachtte je van jezelf?
Actie
Hoe heb je het aangepakt en waarom? Hoe pakte je het aan? Waarom heb je het zo aangepakt? Onderbouw dit antwoord.
Resultaat
Heeft het gewerkt en waarom? Heeft het gewerkt? Waarom wel/waarom niet?
Reflectie
Wat heb je ervan geleerd? Hoe vond je dat je het hebt gedaan? Was je tevreden met de resultaten?
Wat zou je de volgende keer eventueel anders of beter doen?