In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
De Franse Revolutie
Door: Victoria Chan G2A
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van regenten en vorsten
B
Tijd van ontdekkers en hervormers
C
Tijd van steden en staten
D
Tijd van pruiken en revoluties
Slide 3 - Quizvraag
Staten-Generaal
1789 - LodewijkXIV had de staten-generaal bijeengeroepen voor een vergadering
Lodewijk - Geldproblemen, het ging slecht met economie en wilde meer belasting innen
Klachten van het volk om Frankrijk te veranderen en zodat ze minder balstingen hoefden te betalen
Slide 4 - Tekstslide
Bestorming van de Bastille
Bastille = gevangenis en symbool van de macht die de koning had
Er waren maar 7 gevangenen in de Bastille
14 juli 1789 - bastille bestormd door burgers en begin van de Franse revolutie
De gevangenen werde bevrijd en als "helden" verwelkomd
Slide 5 - Tekstslide
Wat wilde de koning met het geld doen?
A
Luxe dingen kopen; pruiken, kleding ect..
B
Cadeaus kopen voor adel
C
Oorlog voeren
D
Een nieuw paleis laten bouwen
Slide 6 - Quizvraag
Eed in de kaatsbaan
3e stand hadden een eed afgelegd, dat ze niet zouden rusten totdat zij een grondwet hadden bedacht
Ideeën van John Locke over natuurrecht werden ook erin gezet
Dit besluit werd afgelegd door hun handtekeningen te zetten
Slide 7 - Tekstslide
De koning naar Parijs
Omdat de koning zo veel belasting wilde, werd hij mee genomen naar Parijs door de burgers
Hij moest weer in het paleis wonen, maar hij voelde zich toch niet helemaal veilig
Slide 8 - Tekstslide
Waarom voelde de koning zich niet veilig?
A
Hij was bang dat de burgers hem iets aan zouden doen
B
Hij was erg onzeker en was bang voor alle veranderingen
C
Hij was bang dat iemand anders de macht zou overnemen
D
Hij verbleef liever in zijn ander paleis
Slide 9 - Quizvraag
De vlucht van de koning
Lodewijk en zijn gezin probeerden te vluchten van de revolutie maar ze zijn gearresteerd in Luxemburg
De koning moest in 1792 verantwoorden voor al zijn daden
Uiteindelijk werd hij in 1793 tot burger Louis Capet benoemd en werd onthoofd
Slide 10 - Tekstslide
Van wie volgde de koning hun voorbeeld om te vluchten?
A
De boeren
B
De edelen
C
De ambtenaren
D
Zijn familie leden
Slide 11 - Quizvraag
De Republiek
Op 21 september 1792 werd het Franse Republiek uitgeroepen
Het was een republiek totdat Napoleon Bonaparte keizer werd in 1804
Slide 12 - Tekstslide
Grondwet oorsprong
Ookwel "verklaring van de rechten van de mens" genoemd
Vrijheid, broederschap & gelijkheid = mensen rechten
Koning probeerde de grondwet te voorkomen
De grondwet werd in 1793 ingevoerd
Slide 13 - Tekstslide
Waarom wilde de koning de invoering van de grondwet voorkomen?
A
Hij was jaloers op de andere edelen
B
Omdat hij vond dat hij goed genoeg was voor de burgers
C
Zodat hij zijn paleis mocht houden
D
Zodat hij zelf aan de macht kon blijven
Slide 14 - Quizvraag
De Terreur
Op 5 september 1793 begon de Terreur, de revolutie liep uit tot een burgeroorlog
Robespierre en zijn mannen hebben wel meer dan 40.000 Franse burgers gedood
De commissie wilde verzetten tegen de revolutie voor 1 eenheid
Als je tegen de revolutie was werd je geëxecuteerd of veroordeeld
Slide 15 - Tekstslide
Napoleon
Gebores op 15 augustus 1769
In 1785 werd Napoleon tweede luitenant en in 1789 sloot hij zich bij het leger van de Franse revolutie
Hij profiteerde als legerofficier en werd keizer. Hij kreeg zijn eigen leger en zorgde ervoor dat er een dienstplicht kwam; de Levée en masse. Mannen werden opgeroepen om teverdedigen tijdens de franse revolutie.