Lesdoelen:
In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
"De winter begint op 21 december."
"Welke dag is het vandaag?"
"Schiet op het doel!"
Een komma gebruik je
- tussen twee persoonsvormen;
- voor voegwoorden.
Let op : Zet geen komma voor de voegwoorden en en of.