Tien signalen van dementie
Je naaste heeft moeite met het opnemen en verwerken van nieuwe informatie;
Haar stemming wisselt erg of ze gedraagt zich juist onverschillig;
Ze verliest snel het overzicht in drukke situaties;
Je naaste gedraagt zich onaangepast (ontremd) of toont ineens een opmerkelijk gebrek aan initiatief;
De mensen in de omgeving van je naaste krijgen steeds vaker het gevoel dat er iets niet klopt (niet-pluis gevoelens);
Je naaste gebruikt eenvoudiger taal dan voorheen en kan woorden moeilijk vinden;
Ze heeft meer moeite dan anders met het gebruik van apparaten;
Je kent het vertrouwde karakter van je naaste vaak niet meer terug;
Ze neemt een andere rol op zich op het werk en in het gezin en stelt zich bijvoorbeeld afhankelijker en minder zeker op;
Behandeling van haar klachten heeft geen effect.