thema 4 wk 1 les 3

werkwoordspelling
Waar denk je aan bij de tegenwoordige tijd? 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

werkwoordspelling
Waar denk je aan bij de tegenwoordige tijd? 

Slide 1 - Tekstslide

Verledentijd
Waar denk je aan bij de verledentijd? Welke stappen? 

Slide 2 - Tekstslide

Doel: 

Slide 3 - Tekstslide

roepen

Slide 4 - Tekstslide

zwemmen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

zitten [vt] Afgelopen woensdag _____________ Lianne de hele middag te lachen

Slide 7 - Open vraag

stinken [vt] Jij _____________ gisteren nadat je had gesport

Slide 8 - Open vraag

doen [vt] De dansers _____________ toen hun kostuums uit.

Slide 9 - Open vraag

herstellen [tt] Fatima _____________ de kapotte step

Slide 10 - Open vraag

zenden [vt] Marcel _____________ gisteren een brief aan de directeur.

Slide 11 - Open vraag

dictee
Schrijf je verwachting op in je mapje
les 3
Pak je schrift

Slide 12 - Tekstslide

nakijken
Laat je schrift even open op tafel liggen
Ga stillezen

Slide 13 - Tekstslide