Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen waarom en hoe gingen landen in de tweede helft van de twintigste eeuw gingen samenwerken. Je kunt daarbij uitleggen wat de VN, Navo en EGKS/EEG/EU elk inhouden.
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht:
Jullie maken vandaag de vragen en antwoorden voor een bingospel. We spelen dit spel woensdag in de les.
Jullie halen punten door woensdag de juiste antwoorden af te vinken op je bingokaart (ook als je uiteindelijk niet de bingowinnaar bent)
De vragen gaan over de EGKS/EEG/EU, de Navo en de VN. De antwoorden moeten in een bingovakje passen.
Schrijf als duo 15 vragen en antwoorden. Verdeel deze gelijk over de onderwerpen (dus 5 vragen per onderwerp).
De 15 beste vragen komen in de uiteindelijke bingo.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
1. Welk recht hebben de vaste leden van de Veiligheidsraad?
Slide 7 - Tekstslide
2. Wat gebeurt er als een Navo-land wordt aangevallen?
Slide 8 - Tekstslide
3. Tegen welke vijand is de Navo opgericht?
Slide 9 - Tekstslide
4. Waardoor mogen mensen vrij reizen tussen de meeste EU-landen?
Slide 10 - Tekstslide
5. Welke speciale organisatie hebben de Verenigde Naties opgericht?
Slide 11 - Tekstslide
6. Hoeveel landen zitten er in de Veiligheidsraad?
Slide 12 - Tekstslide
7. In welk jaar werd de EGKS opgericht?
Slide 13 - Tekstslide
8. In welk jaar werd de Navo opgericht?
Slide 14 - Tekstslide
9. Hoe worden de soldaten van de Verenigde Naties genoemd?
Slide 15 - Tekstslide
10. In welk jaar werden de Verenigde Naties opgericht?
Slide 16 - Tekstslide
11. Hoeveel landen horen bij de Europese Unie?
Slide 17 - Tekstslide
12. Wat was de tegenhanger van de Navo?
Slide 18 - Tekstslide
13. Waarom kreeg de Europese Unie de Nobelprijs voor de Vrede?