week 22

First:We read marketing manipulation (p74)
Then make excercise 39 & 40 G reading ( p27) of your activity book 
Answer the questions.


1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

First:We read marketing manipulation (p74)
Then make excercise 39 & 40 G reading ( p27) of your activity book 
Answer the questions.


Slide 1 - Tekstslide

What is said about scent marketing in paragraph 1?
A
By using scent, brand can connect with consumers on a emotional level
B
Smell is the most important factor that influences us to buy something
C
The exact role of scent in consumer behaviour is still a relatively unexplored subject

Slide 2 - Quizvraag

2 which of the statements is in line with paragraph 2?
1. Rose maroc is a scent that men prefer and makes them spend more when they're shopping for clothes
2. Some marketing consultancies are developing a scent that would appeal to both men and women
A
only 1
B
only 2
C
both 1 & 2
D
neither 1 nor 2

Slide 3 - Quizvraag

Our reaction to sound is similar to our reaction to smell ( par. 3) Explain this similarity in your own words

Slide 4 - Open vraag

4. What is the main function of par. 4?
A
to explain how the rigt type of music can influence anyone to spend more money
B
to make clear the writer's dislike of loud club music in shops
C
to point out that music in shops is especially selected to draw particular customers
D
To show how music is used to create a lively vibe in shops aimed at elderly people

Slide 5 - Quizvraag

6. Descibe what is meant by 'emotional branding'

Slide 6 - Open vraag

5. 'Shoppers make more impulsive purchases when they're overstimulated'( par. 5)
Write down two effects of overstimulation mentioned in the text

Slide 7 - Open vraag

7. Why are babies mentioned in relation to beauty in par. 5 ?
A
to demonstrate that even babies judge each other's beauty
B
to point out that people are taught to value beauty at a very early age
C
to show that there is a universal, objective basis for beauty

Slide 8 - Quizvraag

8. descibe what the 'halo'effect is

Slide 9 - Open vraag

9. What does the car ad illustrate about the way people see ads?

Slide 10 - Open vraag

Some of the information people receive from the internet is simply wrong
A
get
B
proces
C
understand

Slide 11 - Quizvraag

Dinner was so pleasant I lingered and missed the film that evening
A
left
B
stayed
C
went ahead

Slide 12 - Quizvraag

His research has significantly improved the treatment of this illness
A
badly
B
greatly
C
possibly

Slide 13 - Quizvraag

This programme enables students to access class materials online
A
damages
B
forces
C
makes possible

Slide 14 - Quizvraag

I think it was a deliberate attempt to trick people
A
exaggerated
B
naive
C
planned

Slide 15 - Quizvraag

The weather conditions were very favourable today
A
extreme
B
pleasant
C
vague

Slide 16 - Quizvraag

Comparisons / superlatives p 76
vergelijkende / overtreffende trap

Slide 17 - Tekstslide

Fast
Faster
(than)
Fastest

Slide 18 - Tekstslide

beautiful
more beautiful 
(than)
most beautiful

Slide 19 - Tekstslide

'De' regel
Bijvoeglijke naamwoorden van twee lettergrepen die eindigen op -er, -ow en -y, krijgen -er en -est óf more ... en most .. :

clever cleverer / cleverest /
more clever most clever
Dit geldt ook voor woorden van twee lettergrepen waarvan de klemtoon op de laatste lettergreep valt:
polite politer / politest /
more polite most polite
Bijvoeglijke naamwoorden van twee lettergrepen die eindigen op -e, krijgen -r en -st of more ... en most 
simple simpler / simplest /
more simple most simple
Bijvoeglijke naamwoorden van twee lettergrepen die eindigen op -y, krijgen -ier en -iest maar soms mag ook more ... en most ... :
happy happier / happiest /
(more happy) (most happy)






Slide 20 - Tekstslide


De overige bijvoeglijke naamwoorden van twee lettergrepen en die van drie of meer lettergrepen, krijgen more en most ervoor:
boring (saai) more boring most boring
famous (beroemd) more famous most famous
beautiful (mooi) more beautiful most beautiful
exceptional (uitzonderlijk) more exceptional most exceptional

Onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden
Het Engels kent een aantal onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden:
bad (slecht) worse worst
far (ver*) further furthest
far (ver*) farther farthest
good (goed) better best
ill (ziek) worse worst
little (weinig) less least
many (veel**) more most
much (veel**) more most
old (oud***) elder eldest
* farther/further en farthest/furthest:
farther - farthest gebruik je als het om een echte afstand gaat (Australia is farther than Turkey) & further - furthest gebruik je in figuurlijke afstanden (This problem needs further investigation).



Onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden

Het Engels kent een aantal onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden:
bad (slecht) worse worst
far (ver*) further furthest
far (ver*) farther farthest
good (goed) better best
little (weinig) less least
many (veel**) more most
much (veel**) more most
old (oud***) elder eldest

* farther/further en farthest/furthest:
farther - farthest gebruik je als het om een echte afstand gaat (Australia is farther than Turkey) & further - furthest gebruik je in figuurlijke afstanden (This problem needs further investigation).

*** het regelmatige old - older - oldest bestaat ook, maar vooral bij personen gebruik je het onregelmatige old-elder-eldest. Elder en eldest kun je alléén gebruiken als bijvoeglijk naamwoord voor een zelfstandig naamwoord, bijv.: he is my elder brother (hij is mijn oudere broer). Je kunt dus niet zeggen: "He is elder than Jim", maar wel: "He is older than Jim."

Slide 21 - Tekstslide

Drie of meer lettergrepen en overige

De overige bijvoeglijke naamwoorden van twee lettergrepen en die van drie of meer lettergrepen, krijgen more en most ervoor:

boring (saai) more boring most boring
famous (beroemd) more famous most famous
beautiful (mooi) more beautiful most beautiful
exceptional (uitzonderlijk) more exceptional most exceptional

Slide 22 - Tekstslide

My brother has a ... (tidy) room than me.

Slide 23 - Open vraag

She's got ... (little) money than you, but she doesn't care.

Slide 24 - Open vraag

Valencia played ... (bad) than Real Madrid yesterday.

Slide 25 - Open vraag

Who is .... (talkative) person in your family?

Slide 26 - Open vraag

Australia is ... (big) than England.

Slide 27 - Open vraag

The ... (hot) desert of all is the Sahara and it's in Africa.

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Link

Much vs. Many = veel
"Much" = ontelbare woorden 
much money, much water, much time

"Many" = telbare woorden
many dollars, many bottles of water, many minutes

Slide 30 - Tekstslide

2. Do you still have ________ work to do?
A
Many
B
Much

Slide 31 - Quizvraag

Little vs. Few = een beetje / paar
"A little" = ontelbare woorden
a little money, a little water, a little time

"A few" = telbare woorden
a few dollars, a few bottles of water, a few minutes

Little / Few (zonder "a") = weinig

Slide 32 - Tekstslide

5. Not ______ people know how to spell "awkward" correctly.
A
Many
B
Much

Slide 33 - Quizvraag

6. Only _________ students studied for the test.
A
A few
B
A little

Slide 34 - Quizvraag

7. Only ______ films have been made about this subject.
A
A few
B
A little

Slide 35 - Quizvraag

8. The weather has been dry recently. We've had _______ rain.
A
Few
B
Little

Slide 36 - Quizvraag

9. _______ is known about this topic.
A
Few
B
Little

Slide 37 - Quizvraag

phrasal verbs (p 78)
Bestaande werkwoorden kunnen talloze nieuwe betekenissen krijgen door toevoeging van een bijwoord, een voorzetsel of een combinatie er van​
Bijvoorbeeld:
Ask out – to ask someone out on a date. 
Ask around – ask a number of people for information or help. 

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Link

To do
exercise 42 & 48 
GC course comparisons if you want
work on presentation

Slide 40 - Tekstslide