Les 21 (30-11)

Les 21
Frans 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 21
Frans 

Slide 1 - Tekstslide

Programme
  • Lesdoelen
  • Presentie
  • Frans feitje
  • Grammaire D
  • Au travail!
  • Afsluiting
  • Devoirs

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Na de les...
...ken je de plaats en de vorm van het bijvoeglijk naamwoord.  




Slide 3 - Tekstslide

Presentie

Slide 4 - Tekstslide

- Frans feitje -



Slide 5 - Tekstslide

- Frans feitje -
Parijs is een dure stad om te wonen.

Wist je dat...
De gemiddelde huizenprijs in de duurste straat van Parijs €22.000/m2 ofwel €1 miljoen voor een studio is. de duurste straat van Parijs is Avenue Montaigne, een luxe straat vlak bij de Champs-Elysées, met veel bekende modehuizen. De duurste wijk in Parijs is Saint-Germain-des-Près, waar de gemiddelde woningprijs €13.000/m2 is.



Slide 6 - Tekstslide

Grammaire D: het bijvoeglijk naamwoord
Weet je nog?
  • Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. 
  • In het Frans pas je het bijvoeglijk naamwoord aan aan het zelfstandig naamwoord. Dat is anders dan in het Nederlands.
  • Op deze manier heeft het frans dus 4 verschillende vormen voor 1 bijv. naamwoord. Dit hangt af van het geslacht en het getal van het zelfstanding naamwoord. 

  •                                    Gelukkig is hier een algemene regel voor:



Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld:

In het Frans past het bijv. nw zich aan, aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. Laten we dit bekijken met 'vrolijk':


La fille est jolie
Les filles sont jolies
Le garçon est joli
Les garçons sont jolis

Slide 8 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
Welke vorm het bijvoeglijk naamwoord krijgt, hangt dus af van of een zelfstandig naamwoord, wat er achterstaat, mannelijk, vrouwelijk, enkelvoud of meervoud is. 
Maar hoe zie je ook alweer aan een zelfstandig naamwoord of het mannelijk of vrouwelijk is?
  • het lidwoord: le, la, un en une.
      voorbeeld: le père vs la mère of un garçon vs une fille

En hoe zie je nu of een zelfstandig naamwoord enkelvoud of meervoud is?
  • met -s achter het woord is het meervoud. Geen -s, dan enkelvoud
      voorbeeld: chien vs chiens
  • het lidwoord: les, des

Slide 9 - Tekstslide

De onregelmatige vormen
Hoewel de algemene regel meestal wordt toegepast, bestaan er ook onregelmatige vormen. Deze kun je alleen maar uit je hoofd leren...


Slide 10 - Tekstslide

Plaats van het bijv. naamwoord
Nu we de vorm weer even duidelijk hebben, gaan we door naar de plaats. Lees even mee. Wat valt je op?

  1. J'habite dans une grande maison.                       1. Ik woon in een groot huis.
  2. Elle est dans un quartie moderne.                      2. Zij is in een moderne wijk.
  3. J'ai une belle chambre.                                         3. Ik heb een mooie kamer.
  4. Nous avons de nouveaux voisins (buren).        4. Wij hebben nieuwe buren.
  5. Ce sont des gens sympas.                                    5. Het zijn leuke mensen. 

  • In het Nederlands staan de bijv. naamwoorden voor het zelfstandig naamwoord. Terwijl dit in het Frans ervoor of erachter kan staan.

Slide 11 - Tekstslide

Plaats van het bijv. naamwoord
In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord meestal achter het zelfstandig naamwoord. 
> C'est un chat gris
> C'est une maison moderne.

Maar let op!
De volgende bijvoeglijke naamwoorden staan altijd vóór het zelfstandige naamwoord: bon (goed/lekker), beau (mooi), grand (groot), nouveau (nieuw), petit (klein) en vieux (oud).

Dit rijtje moet je uit je hoofd leren. 

Slide 12 - Tekstslide

Au travail!
Laten we nu oefenen met de vorm en de plaats. 

Faire ex.16a, c, d en e + ex. 17c, d.

Klaar? 
Leer de verschillende vormen via slim stampen. 
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting
Het bijvoeglijk naamwoord staat vaak ____ het zelfstandig naamwoord.

Noem eens 2 bijvoeglijke naamwoorden die onregelmatig zijn?

Welk bijvoeglijk naamwoord staat altijd voor het zelfstandig naamwoord. 

Slide 14 - Tekstslide

Devoirs
Faire ex.16a, c, d en e + ex. 17c, d.


Slide 15 - Tekstslide