Als je nu eerst je huiswerk afmaakt (= voorwaarde), dan gaan we straks naar de film.
Slide 13 - Tekstslide
Inperking
Hoewel ik niet had geleerd voor de toets, haalde ik een 9,6.
Deze zin geeft aan dat ik toch een goed cijfer heb gehaald, ook al heb ik niet geleerd.
Slide 14 - Tekstslide
Kies het juiste signaalwoord van het tekstverband inperking: Ik vond dat Fred aan mijn hoofd zeurde, (.....) ik niets beters te doen had.
A
hoewel
B
alsof
C
ondanks
D
maar
Slide 15 - Quizvraag
Vergelijking
Bij een vergelijking, vergelijk je een onderwerp met iets anders. De signaalwoorden die je kunt gebruiken: evenzeer, evenals, eveneens, net als, alsof, hetzelfde is het geval
Janneke is netalsHans een beetje verlegen.
Slide 16 - Tekstslide
Kies het juiste signaalwoord van het tekstverband vergelijking. Ik vond dat Fred aan mijn hoofd zeurde, (.....) ik niets beters te doen had.
Slide 17 - Open vraag
Omschrijving
Het gebruik van de signaalwoorden zoals in andere woorden, oftewel en ander gezegd om iets te omschrijven.
Slide 18 - Tekstslide
Bij welke tekstverbanden horen de volgen de woorden: alsof, eveneens, evenzeer, evenals, net als, alsof, hetzelfde is het geval.
A
Inperking
B
Vergelijking
C
Omschrijving
Slide 19 - Quizvraag
Bij welke tekstverbanden horen de volgen de woorden: natuurlijk ... maar, hoewel, ondanks.
A
Inperking
B
Vergelijking
C
Omschrijving
Slide 20 - Quizvraag
Bij welke tekstverbanden horen de volgen de woorden: in andere woorden, anders gezegd, oftewel