Paragraaf 2.3 In beweging

Zitten volgens de plattegrond.
Pak bij binnenkomst je spullen.
Boek en pen. Laptop blijft in de tas.
Tot 09.20 uur de tijd.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Zitten volgens de plattegrond.
Pak bij binnenkomst je spullen.
Boek en pen. Laptop blijft in de tas.
Tot 09.20 uur de tijd.

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 2.2 Skelet en houding
Benodigdheden
- Werkboek A
- Pen, potlood
- Laptop blijft in de tas.
2.3 
In beweging.
Pak bij binnenkomst je spullen.
Tot 09.20 uur de tijd.
Bij stilte gaan we beginnen.
Tijdens de uitleg blijft het stil.

Slide 2 - Tekstslide

Programma
Welkom
1. Herhalen stof + checken vragen/huiswerk (15 min.)
2. Nieuwe stof uitleg '2.3 In beweging' (20 min.)
3. Kahoot of Blooket (15 min)


Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
1.1. Je kunt de beenverbindingen in het skelet benoemen en aangeven hoe beweeglijk ze zijn.
2. Je kunt de onderdelen van een gewricht benoemen en hun functie geven.
3. Je kunt drie soorten gewrichten in het skelet benoemen en omschrijven welke bewegingen ze maken.
4. Je kunt uitleggen hoe spieren botten laten bewegen.
(5. Je kunt de onderdelen in een spier benoemen en uitleggen hoe een spier samentrekt. )

Slide 4 - Tekstslide

Botten kunnen op verschillende manieren aan elkaar vast zitten.
Er is vergroeiing, naadverbinding, kraakbeen en gewrichten.
Pagina 86, groene stukje tekst.

Slide 5 - Tekstslide

Vergroeiing.
Botten die tot 1 geheeld zijn vergroeid.
Heiligbeen.
Naadverbinding.
Platte beenderen die tegen elkaar gegroeid zijn.
Schedel.
Kraakbeen.
Botten die met kraakbeen aan elkaar vast zitten.
Ribben en borstbeen
Gewrichten.
Verbindingen waarmee botten kunnen bewegen.
Schouder, knie, elleboog.
Pagina 86, groene stukje tekst.

Slide 6 - Tekstslide

Je kunt de beenverbindingen in het skelet benoemen en aangeven hoe beweeglijk ze zijn.
Onbeweeglijk
Beetje beweeglijk
Goed beweeglijk
Vul nu is opdracht 3 in op pagina 86.

Slide 7 - Tekstslide

Stel dat je kraakbeen --> been wordt?
Niet kunnen ademhalen, want zijn ribben kunnen niet omhoog bewegen en dus wordt zijn borstkas niet groter. Daardoor kunnen de longen zich niet goed met lucht vullen.
Opdracht 4 op pagina 86

Slide 8 - Tekstslide

Pagina 87, groene stukje tekst.

Slide 9 - Tekstslide

Door gewrichten 
kunnen 2 botten tegen elkaar aan zitten en bewegen.
Er zijn 3 verschillende soorten gewrichten die jullie moeten kennen.
Pagina 88, groene stukje tekst naast het eerste plaatje.

Slide 10 - Tekstslide

Kogelgewricht.
Schouder en heup. 
Kogel zit in een kom. Beweegt alle kanten op.
Scharniergewricht.
Elleboog en knie.
2 botten tegen elkaar. Bewegen 1 kant op.
Rolgewricht.
Ellepijp en spaakbeen.
2 botten op elkaar. Draaien om elkaar heen.
Pagina 88, groene stukje tekst naast het eerste plaatje.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Er zijn ook verstevigde gewrichten zoals het kniegewricht.
Binnen in het gewricht zitten 2 gewrichtsbanden:  de kruisbanden.
Als extra laagje tussen de 2 botten bevindt zich de meniscus. Hierdoor past het dijbeen goed op de scheenbeen.
Pagina 88, groene stukje tekst naast het tweede plaatje.

Slide 13 - Tekstslide

Je kunt uitleggen hoe spieren botten laten bewegen.
Pagina 92, groen stukje tekst.

Spieren zitten met de pees vast aan het bot. Als een spier zich aanspant wordt deze korter en dikker. Er zijn altijd 2 spieren die tegengesteld zijn van elkaar. Een strekspier en buigspier Deze heten antagonisten.

Slide 14 - Tekstslide

Pagina 94, groen stukje tekst.

Een spier is opgebouwd uit verschillende onderdelen.
- De pees is vergroeid met de spierschede. Een taai vlies om de spier heen
- De spier bestaat uit verschillende spierbundels. 
- Elke spierbundel is opgebouwd uit meerdere spiervezels. 
- De spiervezels bestaan uit meerdere spiercellen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Maak de opdrachten 2, 5, 7, 8, 10, 11, 13, 15, 18, 19, 20.
Aan de slag in de les

Slide 17 - Tekstslide