Breken of bouwen

Thema 4
Lespakket over online veiligheid en digitaal burgerschap
Met aardig doen
Over het nut van positief gedrag
kom je verder
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MediawijsheidMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Introductie

Thema 4 Met aardig doen kom je verder: Breken of bouwen

Onderdelen in deze les

Thema 4
Lespakket over online veiligheid en digitaal burgerschap
Met aardig doen
Over het nut van positief gedrag
kom je verder

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij het woord aardig?
Met aardig doen kom je verder

Slide 2 - Woordweb

Brainstormronde: verdeel de klas in groepjes van twee of drie leerlingen. Elke groep heeft één device. 

Vraag de leerlingen om te bedenken wat je zou kunnen doen als je merkt dat een goede vriend of vriendin op zo’n haataccount of meme-account terechtkomt. Zou je die persoon kunnen helpen? Hoe? Noteer elk idee apart.

Stop de invoer en toon alle antwoorden in het woordweb. De antwoorden zijn te verplaatsen en in te klappen mocht dit nodig zijn. 

Kritische bespreekronde: bespreek de oplossingen. Wat is er goed aan, wat zijn de gevolgen, zijn er ook risico’s aan verbonden, is het haalbaar?
Stuur inhoudelijk zo weinig mogelijk, zodat de oplossingen echt uit de groep komen. Geef de leerlingen de ruimte om hardop na te denken en op elkaar te reageren. Wijs ook niet af waar leerlingen mee komen, al lijkt het een minder goede oplossing. Stel alleen vragen: ter verduidelijking, om andere leerlingen te laten reageren, of om de leerlingen te laten nadenken over de uitvoerbaarheid van een aangedragen oplossing.
Waarom vinden mensen het belangrijk om aardig gevonden te worden?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het online net zo makkelijk of
moeilijk om aardig te zijn/doen als in het echt?
Makkelijker
Moeilijker
Geen verschil

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ben je online alleen aardig tegen mensen die je kent of ook tegen vreemden?
Alleen bekenden
Geen verschil

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


 Hoe komt het volgens jou dat mensen online vaak anders met elkaar omgaan dan in het gewone (offline) leven?

Slide 6 - Open vraag

Vraag wat de leerlingen zelf vinden dat er zou moeten gebeuren.

Zou je willen dat het gedrag van mensen verandert? Dat ze zich vriendelijker en netter gaan gedragen? Denk je dat dat kan? Of zeg je dat dit nu eenmaal de cultuur op internet is, en dat we daar niet zo moeilijk over moeten doen?

Kun je je voorstellen dat jóuw generatie een internet kan creëren dat vriendelijker en positiever is dan de omgeving die sommige volwassenen hebben gecreëerd? 

Denk je dat sommige kinderen zich online grof en kwetsend gaan gedragen doordat ze dat zien bij volwassenen? 

Denk je dat jij zelf iets kunt doen om te laten zien dat het ook anders kan; dat je ook moeite kunt doen om vriendelijk en aardig te zijn online, ook bij mensen die je niet kent of met wie je het oneens bent?
Met aardig doen kom je verder
Les 1
Breken of bouwen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 1 
Breken of bouwen
Met aardig doen kom je verder
  • Je leert te reflecteren over positieve en negatieve ervaringen met online vriendschap;

  • je ontdekt dat vrijwel iedereen zowel positieve als negatieve ervaringen heeft;

  • je leert te reflecteren over de ongeschreven regels over vriendschap via social media;

  • je leert om iets te doen met negatieve ervaringen van jezelf en anderen.
Lesdoelen

Slide 8 - Tekstslide

Informatie vooraf: u gaat straks (met de klas) kijken naar twee filmpjes die laten zien hoe kwetsbaar online vriendschap is. Bovendien is het vaak heftig: óf heel goed, óf heel slecht.

Het eerste filmpje gaat over afbrekende ervaringen, het tweede filmpje over opbouwende ervaringen. Het woord ‘pesten’ hoeft u niet te gebruiken, maar kan door de leerlingen zelf ingebracht worden.

Het gaat erom dat de leerlingen hun positieve en negatieve ervaringen met online vriendschap onder woorden gaan brengen, dat ze naar elkaar luisteren, en dat ze gaan inzien dat iedereen vergelijkbare ervaringen heeft. 

En: iedereen kan gekwetst worden, zelfs de stoerste mensen waarvan je denkt dat ze onaantastbaar zijn.
0

Slide 9 - Video

Start het eerste filmpje, over haataccounts.
NEE
JA
Met aardig doen kom je verder
Zijn haat-accounts hetzelfde als meme-accounts?

Slide 10 - Sleepvraag

Bespreek het verhaal van Naomi. Wat was er nou precies gebeurd? Vraag de leerlingen
of ze dit herkennen. Zien zij ook dat dit gebeurt? Splits de bespreking in twee delen:

Ten eerste: zijn haataccounts hetzelfde als meme-accounts (spreek uit: miem), of is daar een verschil tussen? En áls er een verschil is, wat is dat dan? Als ze het verschil niet zien, of als ze de termen niet kennen, dan is dat verder geen probleem. 
Vraag vervolgens in alle gevallen wat ze zouden kunnen doen als ze zelf op zo’n account (haataccount of meme-account) terechtkomen. Suggereer dat ze ook altijd naar u kunnen komen voor hulp.

Wat zijn jouw ervaringen met hatelijke of kwetsende reacties onder video’s?  

Slide 11 - Open vraag

Vraag naar de ervaringen met hatelijke of kwetsende reacties onder video’s. 

Gebruik vervolgens de reacties van de leerlingen voor een gesprek:
  • Vind je die meestal ‘gewoon grappig’ of doen ze iets emotioneels met jou? 
  • Word je er soms boos van, en zo ja, wanneer? 
  • Heb je soms de neiging om zelf een reactie toe te voegen, hetzij om ook grappig te doen, of om degene die te grazen wordt genomen een beetje in bescherming te nemen?
Vriend(in) op haataccount of meme-account. Wat zou je doen? Onze oplossingen:
Met aardig doen kom je verder

Slide 12 - Woordweb

Brainstormronde: verdeel de klas in groepjes van twee of drie leerlingen. Elke groep heeft één device. 

Vraag de leerlingen om te bedenken wat je zou kunnen doen als je merkt dat een goede vriend of vriendin op zo’n haataccount of meme-account terechtkomt. Zou je die persoon kunnen helpen? Hoe? Noteer elk idee apart.

Stop de invoer en toon alle antwoorden in het woordweb. De antwoorden zijn te verplaatsen en in te klappen mocht dit nodig zijn. 

Kritische bespreekronde: bespreek de oplossingen. Wat is er goed aan, wat zijn de gevolgen, zijn er ook risico’s aan verbonden, is het haalbaar?
Stuur inhoudelijk zo weinig mogelijk, zodat de oplossingen echt uit de groep komen. Geef de leerlingen de ruimte om hardop na te denken en op elkaar te reageren. Wijs ook niet af waar leerlingen mee komen, al lijkt het een minder goede oplossing. Stel alleen vragen: ter verduidelijking, om andere leerlingen te laten reageren, of om de leerlingen te laten nadenken over de uitvoerbaarheid van een aangedragen oplossing.
0

Slide 13 - Video

Start het tweede filmpje, over Instavriendschap.
Wat zou je doen al een online vriendschap mis gaat? Onze oplossingen:
Met aardig doen kom je verder

Slide 14 - Woordweb

Brainstormronde: verdeel de klas in groepjes van twee of drie leerlingen. Elke groep heeft één device. 

Vraag de leerlingen om te bedenken wat je zou kunnen doen als online vriendschappen misgaan. Noteer elk idee apart.

Stop de invoer en toon alle antwoorden in het woordweb. De antwoorden zijn te verplaatsen en in te klappen mocht dit nodig zijn. 

Kritische bespreekronde: bespreek de oplossingen. Wat is er goed aan, wat zijn de gevolgen, zijn er ook risico’s aan verbonden, is het haalbaar?
Stuur inhoudelijk zo weinig mogelijk, zodat de oplossingen echt uit de groep komen. Geef de leerlingen de ruimte om hardop na te denken en op elkaar te reageren. Wijs ook niet af waar leerlingen mee komen, al lijkt het een minder goede oplossing. Stel alleen vragen: ter verduidelijking, om andere leerlingen te laten reageren, of om de leerlingen te laten nadenken over de uitvoerbaarheid van een aangedragen oplossing.
Les 1 
Breken of bouwen
Met aardig doen kom je verder
  • Misverstanden ontstaan snel. Vrijwel iedereen van jullie heeft zowel goede als slechte ervaringen met communiceren via social media;

  • soms kunnen die ervaringen doorslaan naar overwegend negatief;

  • je kunt altijd hulp vragen;

  • het is goed om iemand te helpen op een manier die bij jou past;

  • als je niet met je eigen ouders kunt – of wilt – praten, kun je ook altijd iemand van school in vertrouwen nemen. Bijvoorbeeld de mentor, maar liefst ook nog iemand anders.
Samengevat

Slide 15 - Tekstslide

Waarschijnlijk vertelden uw leerlingen veel dingen die u nog niet wist. Sta daar even bij stil, en benoem wat voor uzelf nieuw was. Vat dan samen wat u gehoord heeft over de positieve en negatieve ervaringen.

Misverstanden ontstaan snel. Constateer bijvoorbeeld dat de meeste leerlingen zowel goede als slechte ervaringen hebben met communiceren via social media, maar dat het ook kan doorslaan naar overwegend negatief.
Rond af met de boodschap dat iedereen altijd hulp kan vragen (zie ook thema 5). En dat het goed is om iemand te helpen op een manier die bij jou past. Als je niet met je eigen ouders kunt – of wilt – praten, kun je ook altijd iemand van school in vertrouwen nemen. Vertel wie daarvoor bij u op school het eerste aanspreekpunt is. Bijvoorbeeld de mentor, maar liefst ook nog iemand anders (vertrouwenspersoon of antipestcoördinator).
Les 1 
Breken of bouwen
Met aardig doen kom je verder
Cyberpesten (of: ‘digitaal pesten’): online en mobiel pesten. Let op: dit kan gebeuren door vervelende berichten te verzenden, maar ook door iemand te negeren of uit een groep te gooien.

Haataccount
: een pagina waarop mensen zwartgemaakt worden.

Meme-account: een pagina met grappig bedoelde foto’s en grappig bedoelde bijschriften. De foto’s en/of bijschriften kunnen echter ook kwetsend zijn. Daarom kan een meme-account ook een haataccount worden.


Woordenlijst

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 1 
Breken of bouwen
Met aardig doen kom je verder
Pesten: "Een stelselmatige vorm van agressie waarbij één of meer personen proberen een andere persoon fysiek, verbaal of psychisch schade toe te brengen. Het is een groepsproces waarbij pesters, gepesten, omstanders of meelopers, volwassen beroepskrachten (leraren, sportleraren) en ouders betrokken kunnen zijn. Bij pesten is de macht ongelijk verdeeld. Het is steeds hetzelfde kind dat wint en hetzelfde kind dat verliest. Anderen kijken tegen het sterkere kind op. De pester heeft geen positieve bedoelingen; wil pijn doen, vernielen of kwetsen. Het gepeste kind voelt zich eenzaam en verdrietig, en is onzeker en bang.”


Woordenlijst
Nederlands Jeugdinstituut. Dossier ‘Pesten’.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde van de les

Slide 18 - Tekstslide

Help ons de lessen verbeteren.
Geef uw feedback op De InternetHelden door een paar korte vragen te beantwoorden.