De ‘erfgenamen van de Franse Revolutie’, de Liberalen, komen tot de conclusie: "Alles is weer hetzelfde als vóór de Franse Revolutie!"
Overal zitten er weer koningen op de Europese tronen en
ondanks 'een grondwet' is er maar weinig democratie.
Slide 15 - Tekstslide
Onrust
In 1848 waren overal in Europa relletjes begonnen. Koning Willem II was bang dat dat zou overslaan naar Nederland en hij geen koning meer zou zijn. Hij geeft daarom opdracht voor het schrijven van een nieuwe grondwet.
Slide 16 - Tekstslide
Veel mensen zijn ontevreden:
de koning mocht ministers benoemen en ontslaan
de koning besliste veel zonder overleg met parlement
koning benoemde de Eerste Kamer
Tweede Kamer werd niet door de bevolking gekozen ->
De leider van de Nederlandse liberalen, Johan Rudolf Thorbecke, maakt een nieuwe grondwet
Slide 17 - Tekstslide
1848 veranderingen door de nieuwe grondwet:
koning kreeg minder macht
ministers zijn verantwoording verschuldigd voor hun deel van het bestuur aan het parlement
Het parlement moet de plannen voor nieuwe wetten goedkeuren
De Eerste en Tweede Kamer controleren de ministers (niet de koning)
stemrecht voor een kleine groep rijke mannen ( censuskiesrecht) die voortaan de Tweede Kamer mochten kiezen
Nederland werd een parlementaire democratie
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Video
Slide 21 - Video
Welke koning begon met industrialisatie in Nederland?
A
Willem I
B
Willem II
C
Willem III
Slide 22 - Quizvraag
Wie was koning van Nederland tijdens het Revolutiejaar?
A
Willem Lodewijk
B
Willem I
C
Willem II
D
Willem III
Slide 23 - Quizvraag
Wat is een constitutionele monarchie?
Slide 24 - Open vraag
Belangrijke begrippen, personen en jaartallen:
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden 1813. Koning Willem I