2HV H5.9 weglatingsstreepje en koppelteken

weglatingsstreepje/koppelteken
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

weglatingsstreepje/koppelteken

Slide 1 - Tekstslide

Weglatingsstreepje H5.9
Dinsdagavond en woensdagavond ga ik sporten.

Fietsvakanties, werkvakanties en taalvakanties zijn best populair. 

Samengestelde woorden. Soms kun je een deel vervangen door een weglatingsstreepje. 

Slide 2 - Tekstslide

Weglatingsstreepje
Dinsdag- en woensdagavond....

Fiets-, werk- en taalvakanties...

Slide 3 - Tekstslide

Noteer het weglatingsstreepje op de juiste plek:

wielerwedstrijden en hardloopwedstrijden

Slide 4 - Open vraag

Nog eens:
wiellengte of neuslengte

Slide 5 - Open vraag

Nog eens:
goede tijden slechte tijden

Slide 6 - Open vraag

Theorie (koppelteken)
Koppeltekens gebruiken we:
- om leesfouten te vermijden
zo-even, stage-uren, radio-omroep, na-apen
- in aardrijkskundige namen met een extra toevoeging
Noord-Brabant, Zuid-Amerika, Midden-Nederland
- bij cijfers, letters en andere tekens
$-teken, vmbo-leerling, 70-jarige, tbs-kliniek

Slide 7 - Tekstslide

Vervolg theorie (koppelteken)
- bij dubbele achternamen
Ernst Jansen-Steur, Hannie Werters- van de Hoek
- bij een functie, rang of titel
assistent-bedrijfsleider, minister-president
- in de combinatie 'niet + een ZN'
niet-roker, niet-alledaags
- tussen gelijkwaardige delen in een samenstelling
woon-werkverkeer, haat-liefdeverhouding, hang-en-sluitwerk

Slide 8 - Tekstslide

Waar is het koppelteken juist gebruikt?
A
minijurk
B
mini-jurk

Slide 9 - Quizvraag

Waar is het koppelteken juist gebruikt?
A
BMIwaarden
B
BMI-waarden

Slide 10 - Quizvraag

Waar is het koppelteken juist gebruikt?
A
14 jarigen
B
14-jarigen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is juist?
A
ex-roker
B
ex roker
C
exroker
D
ëxroker

Slide 12 - Quizvraag

Wat is juist?
A
mee eten
B
mee-eten
C
meeëten
D
meë-eten

Slide 13 - Quizvraag

Welk woord is juist gespeld?
A
naapen
B
naäpen
C
na-apen
D
na apen

Slide 14 - Quizvraag

Welk woord is juist gespeld?
A
reclameafdeling
B
reclame afdeling
C
reclame-afdeling
D
reclameäfdeling

Slide 15 - Quizvraag

Welk woord is juist gespeld?
A
mede inzittende
B
medeïnzittende
C
medeinzittende
D
mede-inzittende

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord is juist gespeld?
A
de regering Rutte
B
de regering-Rutte

Slide 17 - Quizvraag

Welk woord is juist gespeld?
A
06 nummer
B
06nummer
C
nul zes nummer
D
06-nummer

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord is juist gespeld?
A
warmingup
B
warming up
C
warming-up

Slide 19 - Quizvraag