1.1.1 getallen en eenheden en 1.1.2 rekenmachine

• Wiskunde
• MBO
• Studiejaar 1

welkom!

planning voor vandaag

1. voorstellen
2. regels benoemen
3. uitleg over 1.1.1
4. zelf aan het werk
5. evalueren

mijn regels

1. we behandelen elkaar met respect
2. geen eten of drinken in het lokaal 

hoeveel cijfers zijn er?

1. oneindig veel
2. 9
3. 10
4. 19523

hoeveel getallen zijn er?

1. oneindig veel
2. 9
3. 10
4. 19523

voorbeeld 1

27 bestaat uit twee tientallen en zeven eenheden

478 bestaat uit vier honderdtallen zeven tientallen en acht eenheden

decimalen

Achter de komma heb je bijvoorbeeld tienden, honderdsten en duizendsten. 

Dit noemen we ook de eerste decimaal, de tweede decimaal en de derde decimaal. 

voorbeeld 2

34,95 bestaat uit drie tientallen, vier eenheden, negen tienden en vijf honderdsten.

 

de negen is hier het eerste decimaal en de vijf de tweede decimaal. 

wat is de waarde van de drie in 52378

1. tienden
2. honderden
3. honderdtal
4. tiental

wat is de waarde van de 3 in 254,53

1. eenheid
2. honderdtal
3. tweede decimaal
4. honderdste

controleer je rekenmachine

check of het antwoord kan kloppen, maak dus een goede schatting.

maken

opgaven 1 t/m 8 in het gewone boek

1 t/m 4 ZONDER rekenmachine

klaar? door tot 18

wat hebben we geleerd?

evaluatie

weten we nu wat eenheden zijn? 

weten we nu wat de waarde is van cijfers in een getal?