Het weer

Het weer
Nask klas 3TL

Mevrouw Ruysink
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Het weer
Nask klas 3TL

Mevrouw Ruysink

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Introductie
Doelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen
 -wat luchtdruk is en hoe luchtdruk werkt
-uitleggen hoe een barometer werkt
Uitleg
Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Video

Overdruk en onderdruk

Overdruk is de druk in bijvoorbeeld een autoband.

Als je spreekt van een druk van 2.2 bar, betekend dat er 2,2 bar extra in zit.  dus de absolute druk is de buitendruk 1 bar + de overdruk 2,2 bar = 3,2 bar.


Onderdruk zit bijvoorbeeld in een vacuumkamer. ALs je spreekt van een onderdruk van 0,4 bar betekend dit dat er een absolute druk van de buitendruk 1bar  - de onderdruk (0,4 bar)  = 0,6 bar

Maximum onderdruk kan dus maar 1 bar zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Praktijk
Luchtdruk
-vacuüm
-barometer


Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 4.1 in je werkboek, laat controleren en kijk de opdrachten na.

Slide 7 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Terugblik
Doelen
-Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe een thermometer werkt, hoe deze geijkt is en kun je rekenen met verschillende temperatuureenheden 
Uitleg
Aan de slag

Slide 8 - Tekstslide

Vloeistof thermometer

Slide 9 - Tekstslide

Temperatuur ijken

  • Thermometer ijken
        - kokend water = 100o C
        - smeltend ijs = 0 C

Slide 10 - Tekstslide

Bimetaal thermometer

Slide 11 - Tekstslide

Temperatuurschalen
  • Een temperatuurschaal is als een meetlat maar dan van kou naar warmte.
  • Er zijn verschillende temperatuurschalen. 
  • In Europa wordt vooral de temperatuurschaal
      van Celsius  gebruikt.
  •  In Engelstalige landen die van Fahrenheit.
  •  Wetenschappers gebruiken die van Kelvin.

Slide 12 - Tekstslide

Omreken Kelvin en Celsius.
TC=TK-273

Tk=Tc+273

Slide 13 - Tekstslide

Omrekenen Celsius en Fahrenheit
Tc=(Tf-32)x5/9

Tf=Tcx9/5+32

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 4.2 in je werkboek

Klaar? Kijk de opdrachten na en laat controleren door de docent

Slide 15 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Terugblik
Doelen
-Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe wolken en neerslag ontstaan
Uitleg
Aan de slag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

De fases van water vinden ook in de lucht plaats

Slide 18 - Tekstslide

Dauwpunt
Temperatuur waarbij
waterdamp in de lucht gaat
condenseren.

Hoe minder waterdamp,
hoe lager het dauwpunt.


Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten van 4.3 in je werkboek

Klaar? Laat controleren en kijk de opdrachten na.

Slide 20 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Terugblik
Doelen
-Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe onweer ontstaat
Uitleg
Aan de slag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Aan de slag
Maak de opdrachten in je werkboek van paragraaf 4.4

Klaar? Laat controleren en kijk de opdrachten na


Slide 23 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Terugblik
Doelen
-Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe het broeikaseffect ontstaat en wat het verschil is tussen het broeikaseffect en het versterkt broeikaseffect
Uitleg
Aan de slag

Slide 24 - Tekstslide

broeikaseffect

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 4.5 in je werkboek

Kijk de opdrachten van paragraaf 4.1 tm 4.5 na 
Maak de test jezelf (vraag 1 tm 15)
De rest maken we de volgende les

Slide 29 - Tekstslide