Een presentatie geven over je stage

Een presentatie voorbereiden
Wat ga je leren en doen?
een presentatie geven met een PowerPoint
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Een presentatie voorbereiden
Wat ga je leren en doen?
een presentatie geven met een PowerPoint

Slide 1 - Tekstslide

Wat is volgens jou een goede presentatie?

Slide 2 - Open vraag

Bij een goede presentatie
- Stel je jezelf voor
-Vertel je waar je presentatie over gaat.
-Zorg je voor een goede opbouw van de presentatie.
Is het doel van de presentatie duidelijk (informeren/overtuigen/instrueren)
Past je taal bij het publiek (informeel/formeel)

Slide 3 - Tekstslide

Spreken tijdens een presentatie
-duidelijk spreken, niet te snel of langzaam
- niet voorlezen/ alleen steekwoorden op de PowerPoint
-publiek aankijken

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel + Wat gaan we doen?
Je kunt een samenhangende presentatie voorbereiden, waarbij je rekening houdt met het doel en het publiek.
Je werkt aan je vaktaalwoordenboek

We herhalen klassikaal NU Nederlands 1F/2F 1.1 Je boodschap overbrengen - de luisteraar moet weten WAT, WAAROM en VOOR WIE je presentatie is bedoeld.
Je werkt in NU Nederlands 1F/2F 1.1 Je boodschap overbrengen - een duidelijke en interessante presentatie

Je maakt de opdrachten in NU Nederlands 1F/2F 1.1 Je boodschap overbrengen - opdrachten 4 en 5






Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Spreken
Als je een presentatie geeft, is het belangrijk dat je het doel duidelijk overbrengt op het publiek. Wat wil je bereiken?

Informeren
De spreker noemt tijdens de presentatie alleen feiten. Hij geeft niet zijn eigen mening.
overtuigen
De spreker wil het publiek overtuigen van zijn mening. Voorbeeld: de spreker is tegen verplichte vaccinatie van bekende voetballers.
Instrueren
De spreker legt aan het publiek uit hoe zij iets kunnen doen. Bijvoorbeeld: de spreker legt uit hoe zonnepanelen op een dag worden gemonteerd.
Overhalen/Activeren
De spreker noemt tijdens de presentatie feiten en meningen. Hijwil uiteindelijk dat jij iets gaat doen.
Amuseren
De spreker noemt tijdens de presentatie alleen feiten en meningen. Hij wil dat je je vermaakt, dat je er plezier aan beleeft.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat is het doel van de spreker in het filmpje?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Instrueren
D
Overhalen/Activeren

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Wat is het doel van de spreker in het filmpje?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Instrueren
D
Amuseren

Slide 11 - Quizvraag

Hoe maak je een spreekdoel duidelijk tijdens een presentatie?

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Tekstslide

Nieuwe theorie
Een presentatie interessant en aantrekkelijk maken

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!

Slide 18 - Tekstslide