,

2V herhaling grammatica bvb, obwb, zinsdeelzinnen

2V Grammatica zinsdelen
Herhaling alles voor de SO
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2V Grammatica zinsdelen
Herhaling alles voor de SO

Slide 1 - Tekstslide

GRAMMATICA ZINSDELEN: SAMENGESTELDE ZINNEN
hoofdzinnen en bijzinnen

Bij een hoofdzin staan persoonsvorm en onderwerp naast elkaar. Er past (bijna nooit) een woord tussen.

De persoonsvorm staat op de eerste of tweede plaats.

Slide 2 - Tekstslide

GRAMMATICA ZINSDELEN: SAMENGESTELDE ZINNEN
Hoofdzinnen en bijzinnen

Bij een bijzin kan of staat er een woord tussen de persoonsvorm en het onderwerp. Er past dus een woord tussen.

Een bijzin kun je (meestal) vervangen door één woord of woordgroep.

De persoonsvorm staat vaak achter in de zin.

Slide 3 - Tekstslide

Ik blijf vandaag binnen, omdat het zo hard regent.
A
hz + hz
B
hz + bz
C
bz + hz

Slide 4 - Quizvraag

Hoewel ik het hem drie keer gevraagd had, was hij het alsnog vergeten.
A
hz + hz
B
hz + bz
C
bz + hz

Slide 5 - Quizvraag

GRAMMATICA ZINSDELEN: SAMENGESTELDE ZINNEN
zinsdeelzinnen
1. Zoek de bijzin.

2. Vervang de bijzin door één woord (of woordgroep) > dit is nu een zindeel(zin).

3. Ontleed de hoofdzin.

Slide 6 - Tekstslide

GRAMMATICA ZINSDELEN: SAMENGESTELDE ZINNEN
Zinsdeelzinnen

Ik blijf vandaag binnen, omdat het zo hard regent.

Daarom blijf ik vandaag binnen.

bwb-zin = omdat het zo hard regent





Slide 7 - Tekstslide

GRAMMATICA ZINSDELEN: SAMENGESTELDE ZINNEN
zinsdeelzinnen

Wie het boeket vangt, mag als volgende trouwen!

Zij mag als volgende trouwen!

ow-zin = Wie het boeket vangt





Slide 8 - Tekstslide

Wat is de bijzin?

Veel reizigers waren doordat het zo hard sneeuwde, op het NS-station gestrand.
A
Veel reizigers
B
op het NS-station gestrand
C
Veel reizigers waren
D
doordat het zo hard sneeuwde

Slide 9 - Quizvraag

Hoe benoem je de bijzin?
Veel reizigers waren doordat het zo hard sneeuwde, op het NS-station gestrand.

A
ow-zin
B
bwb-zin
C
lv-zin
D
mv-zin

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de bijzin?
Ze besloot dat ze dit weekend haar kamer zou opruimen.
A
Ze besloot
B
dat ze dit weekend
C
dat ze dit weekend haar kamer zou opruimen
D
haar kamer zou opruimen

Slide 11 - Quizvraag

Hoe benoem je de bijzin?
Ze besloot dat ze dit weekend haar kamer zou opruimen.
A
ow-zin
B
bwb-zin
C
lv-zn
D
mv-zin

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de bijzin?
'Wie de hele waarheid wil kennen, moet vroeg opstaan'
A
wie wil kennen
B
moet vroeg opstaan
C
wie de hele waarheid wil kennen
D
moet vroeg opstaan

Slide 13 - Quizvraag

Hoe benoem je de bijzin?
Wie de hele waarheid wil kennen, moet vroeg opstaan.
A
ow-zin
B
bwb-zin
C
lv-zin
D
mv-zin

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de bijzin?
'Wie geen goede uitspraak van het Spaans heeft zal ik extra oefeningen geven.'
A
Wie geen goede uitspraak van het Spaans heeft
B
Zal ik extra oefeningen geven
C
Er is geen bijzin
D
extra oefeningen geven

Slide 15 - Quizvraag

Hoe benoem je de bijzin?

Wie geen goede uitspraak van het Spaans heeft zal ik extra oefeningen geven.

A
Ow-zin
B
Mv-zin
C
Lv-zin
D
Bwb-zin

Slide 16 - Quizvraag

Stappenplan bijzin benoemen
1. Wat is de hoofdzin en wat is de bijzin?
2. Vervang de bijzin door een woord (= nu een zinsdeel(zin))
3. Ontleed de hoofdzin met het woord en benoem dan de bijzin

Slide 17 - Tekstslide

Kies wg of ng en noteer het op de juiste manier.

De Sumatraanse tijger is mogelijk binnen tien jaar al een uitgestorven diersoort.

Slide 18 - Open vraag

Kies wg of ng en noteer het op de juiste manier.

Gisteravond heb ik een glas laten vallen.

Slide 19 - Open vraag

Kies ww of ng en noteer het op de juiste manier.

Die jongen bleek een heel goede bokser.

Slide 20 - Open vraag

Noteer de bijvoeglijke bepaling op de juiste manier.

Hij kijkt met ingehouden adem naar wat hij ziet gebeuren.

Slide 21 - Open vraag

Noteer de bijvoeglijke bepaling op de juiste manier.

Uit de servieskast pakt hij een vaas van porselein.

Slide 22 - Open vraag

Noteer de bijvoeglijke bepalingen op de juiste manier.

Ik geef het slechte nieuws wel door aan Iris uit de derde klas.

Slide 23 - Open vraag

Noteer van de volgende zinnen de bijvoeglijke bepalingen en ondergeschikte bijwoordelijke bepalingen.  Noteer ook de kern erachter.
1. Wil jij ook graag de allernieuwste smartphone?
2. Een heel hippe telefoon speelt voor veel kinderen een belangrijke rol.
3.  Sommige leerlingen van 12 jaar zijn al verslaafd aan hun super mooie telefoon.
4. Een geheel lege batterij betekent voor hen een behoorlijk drama!
5. Vaak gaat het maandelijkse zakgeld voor een groot deel op aan belkosten.
6. Vroeger gingen kinderen gewoon de deur uit zonder onmisbaar mobieltje.
Opdracht

Slide 24 - Tekstslide

1. allernieuwste bvb → smartphone
2. heel hippe bvb → telefoon / belangrijke bvb → rol, heel obwb → hippe
3. sommige bvb →  leerlingen / van 12 jaar bvb → leerlingen / super mooie bvb → telefoon / super obwb → telefoon
4. geheel lege bvb → batterij / geheel obwb → lege /  behoorlijk → drama
5. maandelijkse → zakgeld / groot → deel
6. onmisbaar → mobieltje
Antwoorden opdracht

Slide 25 - Tekstslide

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Maak de online planning 'leren voor de toets'
Hoe:
In stilte
Hulp:
Theorieblokken
Samenvatting op SOMToday / jaarbijlage
Tijd:
10 min
Klaar:
- Maak oefentoetsen via SOM Today / jaarbijlage

Slide 26 - Tekstslide