Herhaling Contact 13

Herhaling Frans contact 13
'Tu as mal quelque part?'
6de leerjaar
meester Kobe
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Herhaling Frans contact 13
'Tu as mal quelque part?'
6de leerjaar
meester Kobe

Slide 1 - Tekstslide

de pijn
A
un genou
B
la douleur
C
un docteur
D
la pîne

Slide 2 - Quizvraag

langzaam
A
heureusement
B
quelque part
C
lentement
D
calme

Slide 3 - Quizvraag

een politieagent
A
un médecin
B
un police d'argent
C
un agent de police

Slide 4 - Quizvraag

vertaal: 'Il a mal quelque part.'
A
Hij is een stoute jongen.
B
Hij is een aparte jongen.
C
Hij heeft geen pijn
D
Hij heeft ergens pijn.

Slide 5 - Quizvraag

vertaal: 'C'est ma jambe gauche.'
A
Het is mijn linkerbeen.
B
Het is mijn rechterbeen.
C
Het is mijn linkerhand.
D
Het is mijn rechterhand.

Slide 6 - Quizvraag

vertaal: 'Il arrive après quelque temps.'
A
Zij gaat niet komen.
B
Zij zegt dat het slecht weer wordt.
C
Zij komt er na een tijdje aan.
D
Hij komt er na een tijdje aan.

Slide 7 - Quizvraag

le ventre
l'épaule
Wel een lichaamsdeel
Geen lichaamsdeel
le bras
le pied
une jupe
la chemise
les gants
le nez
vendre
le lapin
les doigts
un pink

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is dit?
A
l'oreille
B
l'oeil
C
les yeux
D
la bouche

Slide 9 - Quizvraag

Wat is dit?
A
les dos
B
les doigts
C
le bras
D
l'épaule

Slide 10 - Quizvraag

Pouvoir: je ...
A
peux
B
peus
C
peut

Slide 11 - Quizvraag

Pouvoir: ils/elles ...
A
peuvent
B
pouvez
C
peurent
D
peuvaient

Slide 12 - Quizvraag

vouloir: il/elle ...
A
veux
B
veus
C
veut

Slide 13 - Quizvraag

Ik wil
A
Je veux
B
Je peux

Slide 14 - Quizvraag

Zij kunnen
A
Vous voulez
B
Vous pourez
C
Elle veut
D
Vous pouvez

Slide 15 - Quizvraag

hoe noemen we: elle, toi, à moi, à toi, avec lui, ...
A
voorzetsels
B
voorvoegels
C
achterzetsels
D
persoonlijke voornaamwoorden

Slide 16 - Quizvraag

Aujourd'hui: nous sommes le ...
A
vingt-huit avril
B
vingt-huit mars
C
dix-neuf avril
D
dix-sept avril

Slide 17 - Quizvraag

Welke dag zijn we vandaag
A
le dimanche
B
le vendredi
C
le jeudi
D
le mardi

Slide 18 - Quizvraag

vertaal: 'negentig'

Slide 19 - Open vraag

vertaal: '88'

Slide 20 - Open vraag

vertaal: dinsdag

Slide 21 - Open vraag

Ik denk dat ik klaar ben voor de toets van volgende week ...
Ja
Nee

Slide 22 - Poll