Hechting en hechtingsstoonissen

Hechting en hechtingsstoornissen

Vak: Doelgroepen
Leerjaar: 3
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
DoelgroepenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Hechting en hechtingsstoornissen

Vak: Doelgroepen
Leerjaar: 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
  • Kan je het verschil tussen veilige/onveilige hechting uitleggen.
  • Kan je verschillende hechtingsstijlen benoemen.
  • Kun je over kennis van het begeleiden van kinderen met hechtingsproblematiek en toepassen op een casus.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten jullie al over hechting en hechtingsstoornissen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is hechting?
Hechting is de band tussen ouder en kind die ontstaat in het eerste levensjaar. Het wordt ook wel gehechtheid of gehechtheidsrelatie genoemd.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is hechting?
  •  Hechtingstheorie John Bowlby
  • Alle baby's hebben aangeboren neiging om te hechten aan een belangrijke volwassenen 
  • Degenen die je voeden, troosten en een gevoel van veiligheid geven.



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veilige hechting
 - Ervaren dat ten minste een van de verzorgers er onvoorwaardelijk is.
- Goede hechting vormt een basis voor 
het groeien in de ontwikkeling.
- Kind ervaart dat fouten maken mag.
- Goede balans tussen troost en zelf ontdekken.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorwaarden voor veilige hechting
 Sensitief reageren: Ouders staan open voor signalen van het kind, begrijpen signalen en reageren adequaat.
Continuïteit: Er is continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon nodig.
Mentaliseren: Ouder verplaatst zich in het perspectief van het kind en verwoordt dat ook.

Slide 7 - Tekstslide

Om te kunnen mentaliseren moet u zich kunnen voorstellen wat andere mensen zouden kunnen denken of voelen, en begrijpen dat dit anders kan zijn dan wat u zelf denkt en voelt. Maar mentaliseren gaat ook over herkennen van uw eigen gedachten en gevoelens

Slide 8 - Video

01:07-05:44
(4min)
Laat het belang van sensitief, continuïteit en metalliseren zien
Wat is nodig om een veilig hechting te stimuleren?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hechtingsstijlen
Volgens Ainsworth zijn er 4 hechtingsstijlen:
Type A: Onveilig-vermijdend gehechte kinderen: gehechtheid geminimaliseerd, ervaren ouder relatief vaak afwijzend, zakelijk of weinig sensitief is. Ze negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich (prematuur) zelfstandig.

Type B: Veilig gehechte kinderen: Goede balans tussen exploratiedrang en gehechtheidsgedrag. Exploreren -> angstig -> toenadering bij terugkomst->  exploreren. Ouders zijn sensitief, coöperatief en toegankelijk.

Type C: Onveilig-afwerend (ambivalent) gehechte kinderen: heel veel toenadering bij de opvoeder, weinig geneigd om zelfstandig activiteiten uit te voeren. De afwezigheid van de opvoeder -> angst. Terugkeer -> boosheid en verontwaardiging. De opvoeder is vaak inconsequent sensitief, onvoorspelbaar voor het kind en afwezig op cruciale momenten.

Type D: Gedesorganiseerd gehechte kinderen: gedrag met kenmerken van hechtingstype A en C. Zoeken toenadering tot de ouder -> stress en angst. De omgang met de ouder is vaak inconsequent geweest en onvoorspelbaar. Vaak sprake van trauma's of andere ingrijpende gebeurtenissen.


Slide 10 - Tekstslide

Wat gebeurt er als hier niet sprake van een veilige hechting?

Slide 11 - Video

Gehele video
(5 min)

Geeft duidelijke uitleg over hechtingsstijlen
Casus Sarah
Casus:
Sarah (4 jaar) valt van haar stoel. Ze zat te wiebelen. Haar knie doet erg pijn en ze huilt. Boos zegt haar moeder ''Jeetje, dat gejank van jou altijd. Had je maar niet zo moeten wiebelen. Eigen schuld!''
Moeder blijft zitten en vervolgt het gesprek met haar man.

Slide 12 - Tekstslide

Antwoord: 
Welke hechtingsstijl zou hieruit kunnen ontstaan?
A
Onveilig-vermijdend gehecht
B
Veilig gehecht
C
Onveilig-afwerend gehecht
D
Gedesorganiseerd gehecht

Slide 13 - Quizvraag

Waarom denk je dat?
Hechtingsstijlen
Type A: Onveilig-vermijdend gehechte kinderen: gehechtheid geminimaliseerd, ervaren ouder relatief vaak afwijzend, zakelijk of weinig sensitief is. Ze negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich (prematuur) zelfstandig.

Type B: Veilig gehechte kinderen: Goede balans tussen exploratiedrang en gehechtheidsgedrag. Exploreren -> angstig -> toenadering bij terugkomst->  exploreren. Ouders zijn sensitief, coöperatief en toegankelijk.

Type C: Onveilig-afwerend (ambivalent) gehechte kinderen: heel veel toenadering bij de opvoeder, weinig geneigd om zelfstandig activiteiten uit te voeren. De afwezigheid van de opvoeder -> angst. Terugkeer -> boosheid en verontwaardiging. De opvoeder is vaak inconsequent sensitief, onvoorspelbaar voor het kind en afwezig op cruciale momenten.

Type D: Gedesorganiseerd gehechte kinderen: gedrag met kenmerken van hechtingstype A en C. Zoeken toenadering tot de ouder -> stress en angst. De omgang met de ouder is vaak inconsequent geweest en onvoorspelbaar. Vaak sprake van trauma's of andere ingrijpende gebeurtenissen.
(Ainsworth)

Slide 14 - Tekstslide

Om te kunnen mentaliseren moet u zich kunnen voorstellen wat andere mensen zouden kunnen denken of voelen, en begrijpen dat dit anders kan zijn dan wat u zelf denkt en voelt. Maar mentaliseren gaat ook over herkennen van uw eigen gedachten en gevoelens
Casus Sarah
Casus:
Als Sarah (4 jaar) naar bed gaat geeft haar moeder haar een dikke knuffel en wenst haar goedenacht. Sarah vertelt dat ze bang is en niet wilt slapen. De moeder valt uit en zegt dat ze niet zo stom moet doen, dat ze gek wordt van dat gezeur. Later heeft de moeder spijt van haar uitval en maakt ze Sarah wakker om haar nog een extra kus te geven. Sarah blijft verbaasd achter in haar bed en roept haar moeder weer. Ze sliep net en is nu weer wakker. Moeder roept van beneden dat Sarah geen klein kind meer is en dat ze moet gaan slapen.

Vraag: Welke hechtingsstijl zou hieruit kunnen ontstaan? Waarom denk je dat?

Slide 15 - Tekstslide

Antwoord: 
Welke hechtingsstijl zou hieruit kunnen ontstaan?
A
Onveilig-vermijdend gehecht
B
Veilig gehecht
C
Onveilig-afwerend gehecht
D
Gedesorganiseerd gehecht

Slide 16 - Quizvraag

Waarom denk je dat?
Hechtingsstijlen
Type A: Onveilig-vermijdend gehechte kinderen: gehechtheid geminimaliseerd, ervaren ouder relatief vaak afwijzend, zakelijk of weinig sensitief is. Ze negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich (prematuur) zelfstandig.

Type B: Veilig gehechte kinderen: Goede balans tussen exploratiedrang en gehechtheidsgedrag. Exploreren -> angstig -> toenadering bij terugkomst->  exploreren. Ouders zijn sensitief, coöperatief en toegankelijk.

Type C: Onveilig-afwerend gehechte kinderen: heel veel toenadering bij de opvoeder, weinig geneigd om zelfstandig activiteiten uit te voeren. De afwezigheid van de opvoeder -> angst. Terugkeer -> boosheid en verontwaardiging. De opvoeder is vaak inconsequent sensitief, onvoorspelbaar voor het kind en afwezig op cruciale momenten.

Type D: Gedesorganiseerd gehechte kinderen: gedrag met kenmerken van hechtingstype A en C. Zoeken toenadering tot de ouder -> stress en angst. De omgang met de ouder is vaak inconsequent geweest en onvoorspelbaar. Vaak sprake van trauma's of andere ingrijpende gebeurtenissen.
(Ainsworth)

Slide 17 - Tekstslide

Om te kunnen mentaliseren moet u zich kunnen voorstellen wat andere mensen zouden kunnen denken of voelen, en begrijpen dat dit anders kan zijn dan wat u zelf denkt en voelt. Maar mentaliseren gaat ook over herkennen van uw eigen gedachten en gevoelens
Welke kenmerken vertonen kinderen met hechtingsproblematiek?
WAT:
1. Maakt tweetallen.
2. Zoek samen de kenmerken van onveilige hechting bij kinderen op.

HOE:
3. Zet de antwoorden in het woordweb op de volgende dia.

TIJD:
4. 10 min 

OPBRENGST:
5. Kennis over de kenmerken van onveilige hechting.

Slide 18 - Tekstslide

Om te kunnen mentaliseren moet u zich kunnen voorstellen wat andere mensen zouden kunnen denken of voelen, en begrijpen dat dit anders kan zijn dan wat u zelf denkt en voelt. Maar mentaliseren gaat ook over herkennen van uw eigen gedachten en gevoelens
Kenmerken onveilige hechting bij kinderen

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden: Kenmerken onveilige hechting
 - Claimgedrag t.o.v. ouder/verzorger
- Op ongewenste manier aandacht zoeken
- Leerproblemen, concentratieproblemen
- Impulsief en agressief gedrag
- Moeilijkheden in contact met leeftijdsgenoten
- Moeilijkheden in het vertrouwen van anderen
- Problemen in gewetensontwikkeling
- Niet om kunnen gaan met affectie
- Liegen, bedriegen, manipuleren

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

00:00-04:07

Hoe kunnen hechtingsproblemen er nu uitzien?

Koppeling: wat is er belangrijk in de omgang met deze kinderen?
Begeleiding kinderen/jongeren met hechting


Bieden van veiligheid staat centraal.

Kinderen/jongeren missen het vertrouwen in de wereld en in zichzelf.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is belangrijk in de begeleiding van kinderen/jongeren met hechtingsproblematiek?
WAT:
1. Werk samen in dezelfde tweetallen.
2. Zoek samen op wat belangrijk is in de begeleiding van kinderen/jongeren met hechtingsproblematiek.

HOE:
3. Zet de antwoorden in het woordweb op de volgende dia.

TIJD:
4. 10 min 

OPBRENGST:
5. Kennis over de begeleiding  van kinderen met hechtingsproblematiek.

Slide 23 - Tekstslide

Om te kunnen mentaliseren moet u zich kunnen voorstellen wat andere mensen zouden kunnen denken of voelen, en begrijpen dat dit anders kan zijn dan wat u zelf denkt en voelt. Maar mentaliseren gaat ook over herkennen van uw eigen gedachten en gevoelens
Wat is belangrijk in de begeleiding van kinderen met hechtingsproblematiek?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden: Wat is belangrijk in de begeleiding van kinderen met hechtingsproblematiek?
- Vertrouwen opbouwen
- Grenzen stellen
- Voorspelbaarheid
- Structuur
- Voorbeeldfunctie
- Sensitief en responsief reageren
- Inspelen op de behoeften van het kind/jongere

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hechtingsproblematiek bij volwassen
- Bindingsangst.
- Verlatingsangst.
- Gevoelig voor stress.
- Negatief beeld van anderen.
- Negatief zelfbeeld.
- weinig vertrouwen
 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag met de reflectieopdracht!
Besteed de overige tijd aan de reflectieopdracht.
--> Teams M34B
--> Opdrachten
--> Eindopdracht Doelgroepen P3


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies