1.3 lezen Talent 2 h/v - BUI herhaling vorig jaar

1.3 lezen: herhaling vorig jaar
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.3 lezen: herhaling vorig jaar

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog?

Slide 2 - Tekstslide

timer
1:00
Wat weet je nog van de leesstrategieën?

Slide 3 - Woordweb

De leesstrategieën
verkennend lezen
zoekend lezen
nauwkeurig lezen
studerend lezen

Slide 4 - Tekstslide

verkennend lezen
  • titel
  • tussenkopjes
  • bron
  • afbeeldingen
  • inleiding
  • slot
  • eerste/laatste zin van de alinea's in de kern

Slide 5 - Tekstslide

timer
2:00
Wat weet je nog van tekstdoel, tekstsoort en tekstvorm?

Slide 6 - Woordweb

tekstdoelen,      tekstsoorten en      tekstvormen
informeren
informatieve tekst
nieuwsbericht, schoolboek
overtuigen
betogende tekst
recensie, ingezonden brief
activeren
activerende tekst
advertentie, oproep
amuseren
amuserende tekst
verhaal, strip

Slide 7 - Tekstslide

Tekstdoel
Tekstsoort
Tekstvorm
activeren
amuseren
amuserende tekst
activerende tekst
informatieve tekst
informeren
overtuigen
betogende tekst
krantenartikel
klachtenbrief
advertentie

Slide 8 - Sleepvraag

timer
1:00
Wat heeft de titel van een tekst vaak met het onderwerp te maken?

Slide 9 - Woordweb

Voorbeeld
Weg met de wegwerpmaatschappij

Slide 10 - Tekstslide

Welk onderwerp zou bij deze titel kunnen horen?
"Weg met de wegwerpmaatschappij"
timer
1:00

Slide 11 - Open vraag

Voorbeeld
Zo maak je korte metten met 'spullenobesitas'

Slide 12 - Tekstslide

Welk onderwerp zou bij deze titel kunnen horen?
"Zo maak je korte metten met spullenobesitas"
timer
1:00

Slide 13 - Open vraag

Voorbeeld
De keerzijde van het spotprijsparadijs

Slide 14 - Tekstslide

Welk onderwerp zou bij deze titel kunnen horen?
"De keerzijde van het spotprijsparadijs"
timer
1:00

Slide 15 - Open vraag

timer
1:00
Wat weet je nog van de tekstverbanden?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide

Nieuw: vergelijkend tekstverband

Zij is net zo aardig als haar oma.

Slide 18 - Tekstslide

0

Slide 19 - Video

Welk signaalwoord hoor je in de tekst van Maan?
Noem de signaalwoorden EN de tekstverbanden.

Slide 20 - Open vraag

0

Slide 21 - Video

Welke signaalwoorden herken je in Smoorverliefd?
Noem de signaalwoorden EN de tekstverbanden.

Slide 22 - Open vraag

timer
1:00
Wat wordt bedoeld met de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 23 - Woordweb

Hoofdgedachte
In één zin wat de schrijver over het onderwerp zegt.
informatieve tekst: feitelijke informatie
betogende tekst: mening (+ belangrijkste argument )

Slide 24 - Tekstslide

In de oceanen bevindt zich een enorme plastic vuilnisbelt, die zich steeds verder uitbreidt.

Een hoofdgedachte uit een ................... tekst.
A
betogende
B
informatieve

Slide 25 - Quizvraag

We moeten nu iets doen tegen het plastic in de oceanen, anders blijft er geen leven meer over.

Een hoofdgedachte uit een ................... tekst.
A
betogende
B
informatieve

Slide 26 - Quizvraag

Dus nog één keer: wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Alle hoofdzaken op een rij
B
Alle hoofd- en bijzaken op een rij
C
De samenvatting van een tekst
D
Het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt, in één zin

Slide 27 - Quizvraag

'Met andere woorden: het stikstofprobleem raakt ons allemaal.´
A
Concluderend verband
B
Tijdsvolgorde verband
C
Uitleggend verband
D
Vergelijkend verband

Slide 28 - Quizvraag

´Eerst wilde niemand iets met deze partij te maken hebben, terwijl ze nu de meeste stemmen krijgen in de peiling.´
A
Uitleggend verband
B
Tegenstellend verband
C
Redengevend verband
D
Tijdvolgorde verband

Slide 29 - Quizvraag

Wat zijn de signaalwoorden in de volgende zin: ´Niet alleen de aanhangers van deze partij stemmen elk jaar, ook de nieuwe stemmers zorgen voor de groei van de partij.´

Slide 30 - Open vraag

´Iedereen dacht dat de partij klein zou blijven. Echter, niets is minder waar.
A
Toelichtend verband
B
Chronologisch verband
C
Tegenstellend verband
D
Samenvattend verband

Slide 31 - Quizvraag

Wat zijn de signaalwoorden: ´Veel mensen vonden de ideeën van de partij krankzinnig. Denk maar aan het hoofddoekenverbod.´

Slide 32 - Open vraag

´Eerst groeide de partij, daarna werd hij minder populair.´
A
Chronologisch verband
B
Tegenstellend verband
C
Toelichtend verband
D
Samenvattend verband

Slide 33 - Quizvraag

Welke signaalwoorden horen bij een tegenstellend tekstverband?

Slide 34 - Open vraag

Hoeveel theorie kende je nog van vorig jaar?
0100

Slide 35 - Poll