V6 Examentrainer Afweer

Examentraining Afweer
Zorg ervoor dat je je BINAS bij de hand hebt
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Examentraining Afweer
Zorg ervoor dat je je BINAS bij de hand hebt

Slide 1 - Tekstslide

Het vaccin waarmee de meisjes worden geïnjecteerd, beschermt onder andere tegen HPV18.

Waaruit bestaat het tegen HPV18 werkzame deel van dit vaccin? (2pt)
Uitleg
Het manteleiwit van HPV18 aan de buitenkant van het virus is het doelwit van de antilichamen.
Dit eiwit bevat de antigenen. RNA is niet toegankelijk voor de antilichamen. Immunoglobuline is
de verzamelnaam van de antilichamen.
A
een deel van het RNA van HPV18
B
een effectief immunoglobuline tegen HPV18
C
een manteleiwit van HPV18

Slide 2 - Quizvraag

Welke cellen van het afweersysteem zullen op het vaccin reageren met de vorming van
antistoffen? (2pt)
Uitleg
B-lymfocyten verzorgen de humorale afweer, dus de vorming van antilichamen. De andere twee
typen cellen maken deel uit van de cellulaire afweer.
A
B-lymfocyten
B
cytotoxische T-cellen
C
T-helpercellen

Slide 3 - Quizvraag

Er is besloten dat in eerste instantie alleen meisjes gevaccineerd worden. (2 pt)
Geef een biologisch argument waarom jongens niet in het vaccinatieprogramma opgenomen
zijn.
– Geef een biologisch waarom het beter zou zijn om jongens wél in het vaccinatieprogramma op
te nemen.

Slide 4 - Open vraag

Het vaccin tegen HPV 'Cervarix' wordt geproduceerd in insectencellen, met als vector een transgeen
baculovirus (een dubbelstrengs DNA-virus).

Hoe heet de techniek waarmee een transgeen virus wordt gemaakt voor het produceren van
bestanddelen van een vaccin? (1pt)

Slide 5 - Open vraag

De insectencellen die gebruikt worden voor de productie van het vaccin, moeten voldoen aan
bepaalde voorwaarden. Eigenschappen van cellen kunnen zijn:
1. in vitro (buiten het lichaam) in leven te houden;
2. in vitro produceren van antistoffen;
3. in vitro produceren van antigenen

Welke van deze eigenschappen moeten cellen hebben om geschikt te zijn voor de productie van
vaccins? (2pt)

uitleg
Een vaccin bevat de antigenen. De cellen worden buiten het lichaam in leven gehouden.
A
alleen 1 en 2
B
alleen 1 en 3
C
alleen 2 en 3
D
zowel 1,2 als 3

Slide 6 - Quizvraag

De hygiënehypothese
Bron: examen vwo 2016-1, vraag 23 tot en met 26.
Strachan stelt dat een afgenomen blootstelling aan infectiebronnen in de eerste levensjaren leidt tot een abnormaal heftige afweerreactie op ongevaarlijke antigenen later in het leven. De afgenomen blootstelling aan antigenen in de eerste levensjaren is te danken aan vaccinaties, verbeterde hygiëne en het gebruik van antibiotica.

Slide 7 - Tekstslide

Baby’s worden geboren met veel T-helpercellen (Th-lymfocyten). Pas na
het doormaken van allerlei kinderziektes worden ook cytotoxische
T-cellen (Tc-lymfocyten) gemaakt.Verklaar waardoor een baby na de geboorte meestal niet onmiddellijk cytotoxische T-cellen nodig heeft. (1 pt)

Slide 8 - Open vraag

Verklaar waardoor een pre-T-cytotoxische cel niet zal reageren op de presentatie van het antigeen door deze APC. (1pt)
Uitleg

Slide 9 - Open vraag

Cross-over niertransplantatie
Bron: bezemexamen vwo 2016-1, vraag 1 tot en met 4.

Slide 10 - Tekstslide

Een patiënt met bloedgroep B kan, indien nodig, druppelsgewijs bloed toegediend krijgen van een donor met bloedgroep 0.
Waardoor zal deze bloeddonatie geen agglutinatie veroorzaken? (2pt)
A
Het bloed van de acceptor bevat geen ABO-antigenen
B
Het bloed van de acceptor bevat geen ABO-antistoffen
C
Het bloed van de donor bevat geen ABO-antigenen
D
Het bloed van de donor bevat geen ABO-antistoffen

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

De nierader van de donornier wordt verbonden met een beenader, de nierslagader met een beenslagader.
Leg uit wat een nadeel is van deze plaats van aanhechting voor de werking van de donornier (2pt)

Slide 13 - Open vraag