Hoe schrijf je een zakelijke e-mail in het Nederlands?
Hoe schrijf je een zakelijke e-mail in het Nederlands?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4
In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Hoe schrijf je een zakelijke e-mail in het Nederlands?
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je de conventies van de Nederlandse taal gebruiken om een zakelijke e-mail te schrijven.
Slide 2 - Tekstslide
Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les kunnen bereiken.
Wat weet jij al over het schrijven van een zakelijke e-mail in het Nederlands?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Doelgroep
Wie is je doelgroep? Wat is het doel van je e-mail?
Slide 4 - Tekstslide
Vraag aan de leerlingen om na te denken over hun doelgroep en het doel van hun e-mail.
Onderwerp
Kies een duidelijk en beknopt onderwerp dat de inhoud van de e-mail samenvat.
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit hoe je een geschikt onderwerp kiest voor een zakelijke e-mail.
Aanhef
Begin met een formele aanhef, bijvoorbeeld 'Geachte heer/mevrouw'.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit welke aanhef geschikt is voor een zakelijke e-mail en waarom.
Inleiding
Geef een korte inleiding waarin je het doel van de e-mail uitlegt.
Slide 7 - Tekstslide
Leg uit hoe je een inleiding schrijft voor een zakelijke e-mail en waarom.
Middenstuk
Verdeel je boodschap in duidelijke alinea's met tussenkopjes.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit hoe je het middenstuk van een zakelijke e-mail opbouwt en waarom.
Afsluiting
Sluit af met een vriendelijke groet, bijvoorbeeld 'Met vriendelijke groet'.
Slide 9 - Tekstslide
Leg uit welke afsluiting geschikt is voor een zakelijke e-mail en waarom.
Handtekening
Voeg een handtekening toe met je naam, functie en contactgegevens.
Slide 10 - Tekstslide
Vertel de leerlingen waarom het belangrijk is om een handtekening toe te voegen en hoe je dat doet.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.