vergelijken

vergelijken
             
 comparatief
         -ER
 superlatief
       -ST
mooi
even mooi als
mooier dan
het mooist
groot
even groot als
groter dan
het grootst
snel
even snel als
sneller dan
het snelst
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
OkanSecundair onderwijs

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

vergelijken
             
 comparatief
         -ER
 superlatief
       -ST
mooi
even mooi als
mooier dan
het mooist
groot
even groot als
groter dan
het grootst
snel
even snel als
sneller dan
het snelst

Slide 1 - Tekstslide

onregelmatig
            = 
comparatief
superlatief
veel
even veel als
meer dan
het meest
weinig
even weinig als
minder dan
het minst
graag
even graag als
liever dan
het liefst
goed
even goed als
beter dan
het best

Slide 2 - Tekstslide

Een muis is ________ ____ een neushoorn.
(klein)

Slide 3 - Open vraag

De muis is ____ ________.
(klein)

Slide 4 - Open vraag

Een leeuw is ________ ____ een kat.
(sterk)

Slide 5 - Open vraag

De leeuw is ____ _________.
(sterk)

Slide 6 - Open vraag

Een pauw is _______ ___ een mus.
(mooi)

Slide 7 - Open vraag

De pauw is ___ _______ .
(mooi)

Slide 8 - Open vraag

Een uil is ________ ___ een kip.
(slim)

Slide 9 - Open vraag

De uil is ___ _________.
(slim)

Slide 10 - Open vraag

Een panda is _________ ___ een luipaard.
(dik)

Slide 11 - Open vraag

De panda is ___ _________.
(dik)

Slide 12 - Open vraag

Een hond is _________ ___ een wolf.
(tam)

Slide 13 - Open vraag

De hond is ___ _________.
(tam)

Slide 14 - Open vraag

Een gazelle is _________ ___ een koala.
(snel)

Slide 15 - Open vraag

Een gazelle is ___ _________.
(snel)

Slide 16 - Open vraag

Een steenbok is _______ ___ een wasbeer.
(groot)

Slide 17 - Open vraag

De steenbok is ___ _______ .
(groot)

Slide 18 - Open vraag

Een slak is _______ ___ een mier.
(traag)

Slide 19 - Open vraag

De slak is ___ _______ .
(traag)

Slide 20 - Open vraag

Een olifant is ________ ___ een kikker. (zwaar)

Slide 21 - Open vraag

Een olifant is ___ ________. (zwaar)

Slide 22 - Open vraag

Nu kennen we weer _______ dieren dan gisteren!
(veel)

Slide 23 - Open vraag