Werknemersvaardigheden Communiceren

• Werknemersvaardigheden
• MBO
• Studiejaar 1

Werknemersvaardigheden

Periode 01

Communiceren

Lesdoelen

Aan het einde van dit hoofdstuk weet je meer over:

• hoe het communicatieproces verloopt;
  
• ruis in de communicatie;
  
• wat verbale en non-verbale communicatie is

Startopdracht

Hebben onderstaande vormen volgens jou met communicatie te maken?

Geef een toelichting. 

Zender > Wil een boodschap overbrengen

Ontvanger > Ontvangt boodschap en geeft terugkoppeling (feedback)

Boodschap = de informatie die wordt overgebracht

Opdracht

Docent zegt een woord of zin die alle studenten fluisterend door moeten geven.

Wat gebeurd er met de boodschap?

De zin

Ik lust wel een kapsalon met augurken en als toetje een potje appelmoes.

Waarmee kun je communiceren?

Medium kiezen

Stem het communicatiemiddel af op de doelgroep en de boodschap.

Je kunt hierbij de volgende vragen stellen:

• Wil je een kleine of een grote groep mensen bereiken?
• Wat is de inhoud van de boodschap?
• Wat is gebruikelijk binnen de organisatie?

Welke medium zou het Novacollege moeten gebruiken om te communiceren?

Ruis in communicatie

Interne ruis in de communicatie

Externe ruis in de communicatie

Verbaal en non-verbaal communiceren

Zelfstandig inoefenen

(Inoefenen, hoe wordt er gewerkt aan het bereiken van de lesdoelen?) 

Bedenkt en teken 5 manieren van non-verbale communicatie op je blaadje

Verbaal communiceren

Voor- en nadelen van

mondelinge communicatie

Voor- en nadelen van

schriftelijke communicatie

Non-verbaal communiceren

Hiermee ondersteun je wat je met woorden zegt. 

Dit kan op verschillende manieren:

Non-verbale communicatie

Oefening 'met zijn 3en'

Drie personen tegelijk mogen niet langer dan 10 seconden staan. Ze gaan dan weer zitten, en er staan weer 3 mensen op.

Er mag niet gepraat worden tijdens deze oefening

Weet je nu...

hoe het communicatieproces verloopt?

wat ruis in de communicatie is?

wat verbale en non-verbale communicatie is?

Oefenen met communiceren

Wat ging er goed en wat kan er beter?

Tot volgende week

Formele en informele communicatie

Vragen stellen

Actief luisteren