BLOK 3 SPREKEN, KIJKEN EN LUISTEREN
Wat zijn de kenmerken van formeel taalgebruik?
1 / 17
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Wat zijn de kenmerken van formeel taalgebruik?
Slide 1 - Open vraag
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Welke luistermanier gebruik je om naar een instructie te luisteren?
A
Globaal luisteren
B
Zoekend/gericht luisteren
C
Precies luisteren
Slide 4 - Quizvraag
De docent leest de cijfers voor
globaal-precies-gericht
globaal-precies-gericht
Slide 5 - Open vraag
De docent legt uit hoe je de opdracht moet invullen
globaal-precies-gericht
globaal-precies-gericht
Slide 6 - Open vraag
De kapster vertelt een verhaal over haar kat
globaal-precies-gericht
globaal-precies-gericht
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Video
Spanje
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Video
Toeristen zoeken op vakantie vaak ... . Spanje heeft net als de andere Zuid-Europese landen een Middellandse Zeeklimaat. De winters zijn ... en de zomers zijn ....
Welke drie woorden moet je invullen?
Welke drie woorden moet je invullen?
Slide 11 - Open vraag
In het binnenland kan het ... en ... zijn. Aan de ... is het een stuk .... Daar waait een ....
Welke woorden horen op de puntjes?
Welke woorden horen op de puntjes?
Slide 12 - Open vraag
0
Slide 13 - Video
Wat zijn Costa's?
A
steden
B
stranden
C
toeristische plekken
D
hotels
Slide 14 - Quizvraag
0
Slide 15 - Video
Hoe vaak hoor je het woord toeristen
Geef dit aan met een cijfer
Geef dit aan met een cijfer
Slide 16 - Open vraag
Hoe moet je luisteren voor de vorige vraag
A
globaal
B
precies
C
gericht
