Gerund

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

https://en.islcollective.com/english-esl-video-lessons/listening-comprehension/deep-listening-focus-on-meaning/friends-new-years-resolutions/581211#google_vignette

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Study words of chapter 4
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

In het Engels wordt de gerund gevormd door het werkwoord + -ing. Het is een speciale vorm die wordt gebruikt om te praten over activiteiten, handelingen of dingen die nu aan de gang zijn.

Bijvoorbeeld:

"Lezen" (to read) wordt "reading" (het lezen).
"Schrijven" (to write) wordt "writing" (het schrijven).

Slide 13 - Tekstslide

We gebruiken de gerund in verschillende situaties, zoals:

  • Als onderwerp van de zin:

"Reading is mijn favoriete hobby." (Lezen is mijn favoriete hobby.)

  • Na voorzetsels:

"I am good at swimming." (Ik ben goed in zwemmen.)

  • Na bepaalde werkwoorden:

"She enjoys dancing." (Zij houdt van dansen.)

  • Bij sommige werkwoorden die gaan over gevoelens:

"I like singing." (Ik hou van zingen.)

Slide 14 - Tekstslide

De gerund gebruik je als.......
A
zelfstandig naamwoord.
B
lijdend voorwerp.
C
voorzetsel.
D
werkwoord.

Slide 15 - Quizvraag

Welke is de gerund?
A
Climbing is dangerous
B
I was talking when she came in
C
Me and my brother drive every day
D
She is walking to school right now

Slide 16 - Quizvraag

Welke is de gerund?
A
I'm afraid smoking isn't allowed.
B
I love smoking outside.
C
I was smoking a cigarette.
D
That girl is smoking hot!

Slide 17 - Quizvraag

Selecteer de gerund
A
That bird is flying.
B
Flying is fun.
C
I am going to fly.
D
Birds can fly.

Slide 18 - Quizvraag

Selecteer de gerund
A
I like running.
B
I can run very fast.
C
James isn't a fast runner.
D
She is running the marathon.

Slide 19 - Quizvraag

Welke is de gerund?
A
I am thinking of helping him.
B
I am helping him move

Slide 20 - Quizvraag

Schrijf een eigen zin met een gerund:

Slide 21 - Open vraag

"Every weekend, Sarah enjoys going to the park with her friends. They love playing games, having picnics, and simply spending time together. Sarah's favorite activity is reading a book under a shady tree. Her friends, on the other hand, prefer playing sports like soccer and badminton. Last Saturday, they had a fantastic time laughing, chatting, and enjoying the beautiful weather. This weekend, Sarah is planning on bringing her guitar and playing some music for everyone. It promises to be another exciting day filled with fun and laughter."
Instructions for Students:

  1. Read the passage individually.
  2. Identify and highlight as many gerunds as you can within the text.
  3. Discuss your findings with a partner.
  4. Listen to the class discussion about gerunds and ask any questions you may have.

Slide 22 - Tekstslide

Answers:
going
playing
having
reading
playing
laughing
chatting
enjoying
bringing
playing

Slide 23 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide