10 tijdvakken

De tien tijdvakken
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De tien tijdvakken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les weet je dat de geschiedenis is in te delen in 10 tijdvakken en 5 perioden.
Aan het einde van de les kan je de tijdvakken in de goede volgorde zetten.

Slide 3 - Tekstslide

Jaartelling
  • Handig om de tijd te ordenen

  • Belangrijke gebeurtenis als begin

  • Verschillende jaartellingen

Slide 4 - Tekstslide

Christelijke jaartelling
  • Begint bij het jaar 1 (let op: het jaar 0 bestaat niet!)

  • Geboorte van Christus

  • Meest gebruikte jaartelling

  • Maar...de geschiedenis begint natuurlijk niet pas bij het jaar 1!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Julius Caesar werd in 44 v. Chr. vermoord.

Hoeveel jaar is dat geleden?
A
2000 jaar geleden
B
2032 jaar geleden
C
2067 jaar geleden
D
2100 jaar geleden

Slide 8 - Quizvraag

De tijd in stukjes indelen, dat klinkt best moeilijk! Maar je weet al hoe dat moet!

Hoe lang duurt deze geschiedenisles?
A
40 minuten
B
45 minuten
C
50 minuten
D
55 minuten

Slide 9 - Quizvraag

Bij het vorige antwoord zeiden we: 'een stukje tijd'.

Welke woorden zijn dat nog meer?
A
kilometer, meter, klok, maand
B
Klok, kalender, maand, korter
C
Eeuw, dag , uur, kwartier, seconde
D
Kwartier, uur, klok, tijdbalk

Slide 10 - Quizvraag

Eeuwen
  • Stukjes van 100 jaar

  • Eerste eeuw begint met het jaar 1 en eindigt met het jaar 99

  • De tweede eeuw begint met het jaar 100 en eindigt met het jaar 199

  • Enz.

  • Daarom leven wij in de 21e eeuw

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

31
A
1e eeuw v. Chr
B
1e eeuw n. Chr.
C
2e eeuw v. Chr.
D
2 eeuw n. Chr.

Slide 14 - Quizvraag

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

1612
A
16e eeuw v. Chr
B
16e eeuw n. Chr.
C
17e eeuw v. Chr.
D
17e eeuw n. Chr.

Slide 15 - Quizvraag

Bij de vorige vragen heb je gezien hoe tijdbalken eruit zien.

Wat is er niet goed aan deze tijdbalk?
A
Een tijdbalk moet altijd beginnen bij het jaar 1
B
Een tijdbalk heeft altijd perioden van 100 jaar
C
Een tijdbalk heeft altijd de perioden in gelijke stukken verdeeld
D
Een tijdbalk heeft altijd als laatste jaartal, het huidige jaar

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Zet de symbolen van de tijdvakken in de juiste volgorde
Tijd van Jagers en boeren
Tijd van Burgers en stoommachines
Tijd van Monniken en Ridders
Tijd van Televisie en Computer
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
Tijd van Steden en Staten
Tijd van Pruiken en Revoluties
Tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van Regenten en Vorsten
Tijd van Wereldoorlogen
Vroeger -------------------------------------------------------------------------------------------------------------> Nu

Slide 19 - Sleepvraag

Welke omschrijving hoort bij welk tijdvak?
tijdvak 1
tijdvak 2
tijdvak 3
tijdvak 4
tijdvak 5
tijdvak 6
tijdvak 7
tijdvak 8
tijdvak 9
tijdvak 10
Ontdekkers en hervormers
Steden en staten
Jagers en boeren
Grieken en Romeinen
Wereld- oorlogen
Televisie en computer
Pruiken en revoluties
Monniken en ridders
Regenten en vorsten
Burgers en stoommachines

Slide 20 - Sleepvraag

Welke periode hoort bij welk tijdvak?
tijdvak 1
tijdvak 2
tijdvak 3
tijdvak 4
tijdvak 5
tijdvak 6
tijdvak 7
tijdvak 8
tijdvak 9
tijdvak 10
Middeleeuwen
Vroeg moderne tijd
Prehistorie
Oudheid
Moderne tijd
Moderne tijd
Vroeg moderne tijd
Middeleeuwen
Vroeg moderne tijd
Moderne tijd

Slide 21 - Sleepvraag

Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van monniken en ridders
B
Tijd van steden en staten
C
Tijd van burgers en stoommachines
D
Tijd van Grieken en Romeinen

Slide 22 - Quizvraag

Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van pruiken en revoluties
B
Tijd van steden en staten
C
Tijd van wereldoorlogen
D
Tijd van televisie en computers

Slide 23 - Quizvraag

Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van pruiken en revoluties
B
Tijd van ontdekkers en hervormers
C
Tijd van jagers en verzamelaars
D
Tijd van regenten en vorsten

Slide 24 - Quizvraag

Jaartallen

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Slide 27 - Link

Slide 28 - Link

Slide 29 - Link